Mari Andriessen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 26:
==Werk==
Na zijn studie aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam in 1923, kwam Andriessen door zijn katholieke afkomst vooral al snel in aanmerking voor opdrachten van kerken en gelijkgerichte bouwverenigingen. In dit vroegste werk - streng gestileerde gevelstenen en beelden met bijbelse onderwerpen - dreunen de lessen van professor Bronner door en is de hang naar het middeleeuwse onmiskenbaar. Een van zijn eerste commerciële opdrachten was het vervaardigen van drie [[heiligenbeeld]]en (hout, 1922) voor de [[Sint-Antonius van Paduakerk (Aerdenhout) | Sint-Antonius van Paduakerk]]
Andriessen werd de meest gevraagde kunstenaar voor oorlogs- en verzetsmonumenten. Bekend zijn [[Represaille de Dreef (Haarlem)|''Man voor het vuurpeloton'']] in [[Haarlem]] ([[brons]], 1949), [[Razzia van Putten|''Het Vrouwtje van Putten'']] in de gelijknamige [[Putten (plaats)|plaats]] ([[kalksteen]], 1949), ''[[De Dokwerker]]'' in [[Amsterdam]] (brons, 1952), het uit zes figurale groepen bestaande monument in het [[Volkspark (Enschede)|Volkspark]] te [[Enschede]] (brons, 1953), het uit drie figuren bestaande monument aan de [[Lijnbaan (Rotterdam)|Lijnbaan]] in [[Rotterdam]] (brons, 1957), het ''Monument burgerslachtoffers'' in [[Nijmegen]] (kalksteen, 1959), het ''Marinemonument'' in [[Scheveningen]] ([[tufsteen]], 1966) en ''[[Anne Frank]]'' bij de [[Westerkerk (Amsterdam)|Westerkerk]] te Amsterdam (brons, 1975).
|