Serial ATA: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Linkonderhoud |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 15:
Seriële ATA gebruikt smallere kabels dan de bandkabels van parallelle ATA, waardoor er in de computerkast meer ruimte overblijft. Dit is gunstig voor de koeling. De kabels kunnen bovendien niet omgekeerd worden aangesloten, zoals dat bij veel oudere IDE-kabels wel het geval was. Verder is er geen sprake meer van een gedeelde bus zoals bij IDE. Hierdoor is er geen onderscheid meer tussen ''master'' en ''slave''.
De voedingskabels voor ATA-schijven zijn eveneens verschillend en compacter. Extra verschillen met de gangbare [[Molex-connector]]
* 5 pinnen ten behoeve van de [[Aarde_(elektrotechniek)|ground]] om de totale terugvoer[[Elektrische_stroom|stroom]] (maximaal 7,5A; 1,5A per pin/ader).
* Een extra spanningsniveau van 3,3 [[Volt_(eenheid)|volt]] (verdeeld over 3 pinnen, eveneens om aan de totale stroombehoefte te kunnen voldoen).
Regel 21:
* Eén pin ten behoeve van vertraagde (vertrapte) opstart (staggered spinup) vanuit de voeding zodat niet alle schijven tegelijk opstarten en ineens een grote stroombehoefte vragen.
Veel eerstegeneratie-ATA-schijven hebben vaak ook nog een klassieke vierpins [[Molex
Een belangrijk voordeel van SATA is dat schijven verwisseld kunnen worden terwijl de computer ingeschakeld is (hot-swappable). Een SATA-drive kan dus gebruikt worden in plaats van een USB-stick of USB-schijf, maar met een grotere bandbreedte en grotere capaciteit. Nadeel is daarbij dat het bij de meeste computerkasten vrij omslachtig is om de drives te verwijderen en terug te plaatsen - vaak zitten er andere onderdelen in de weg zodat de computer toch moet worden uitgeschakeld.
|