Twentsche Electrische Tramweg Maatschappij: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanvullingen, plaatje, redactie, werkwoordstijden consequent |
|||
Regel 2:
==Tramlijn==
Van de plannen naar Almelo en Gronau kwam weinig terecht. Uiteindelijk werd alleen de [[elektrische tram]]lijn Enschede – [[Glanerbrug]] aangelegd. Deze lijn had een spoorwijdte van 1 meter ([[meterspoor]]), was 7,5 kilometer lang en werd op [[4 juli]] [[1908]] geopend. Het wagenpark was beperkt. Er werden zeven [[trammotorwagen]]s in dienst gesteld, die gebouwd waren door [[Pennock]] in [[Den Haag]]. Een jaar later volgden nog twee motorwagens van [[Allan Rotterdam]].
De verbinding was een uitkomst voor het grensdorp Glanerbrug
De tramlijn kende aan aantal kruissporen waar de trams elkaar konden passeren. Deze wissels waren gelegen op het Stationsplein (bij het oude [[station Enschede#Station SS of Staatsspoor (1866-1950)|Staatsspoorstation Enschede]]) en in de Marthalaan. Het tracé Station/Volkspark tot en met de Marthalaan behoorde tot de stadsdienst en werd om de tien minuten bediend. De dienst naar Glanerbrug was een halfuursdienst. In het begin werd het Stationsplein nog door alle trams aangedaan, maar
Toen in 1928 de rijksweg tussen Enschede en Glanerbrug verbreed moest worden, moest de tramlijn aan de andere kant van de bomenrij worden herlegd. Die klus kon de TET niet betalen. In 1933 trokken de gemeentebesturen van [[Lonneker]] en [[Enschede]], als aandeelhouders van de TET, de stekker uit de tramlijn.
|