Haarlemmertrekvaart (Amsterdam): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Directe link
k linkfix
Regel 7:
Langs de trekvaart was een [[jaagpad]] aangelegd. Dit werd in [[1762]] van wegverharding voorzien. Dit was het begin van de [[Haarlemmerweg]].
 
De trekschuit was de meest comfortabele, regelmatige en betrouwbare vorm van transport in de Nederlanden in de [[17e eeuw|17e]] en [[18e eeuw]]. Alleen tijdens vorstperioden in de [[winter]] was het vervoer gestremd. In de rest van het jaar was er een frequente dienst. Halverwege de beide steden was de vaart onderbroken door de [[uitwateringssluizen]] van het [[Hoogheemraadschap van Rijnland]]. Hier moesten de reizigers overstappen. Er ontstond een [[buurtschap]] met [[herberg]]en etc. Dit werd het dorp [[Halfweg (Haarlemmerliede en Spaarnwoude)|Halfweg]].
 
Nog enige tijd na de opening van de [[Spoorlijn Amsterdam – Haarlem|spoorlijn]] in [[1839]] bleven de trekschuiten varen, maar dit vervoermiddel moest het na enige tijd toch afleggen tegen de snellere [[trein]]. Regelmatig scheepvaartverkeer is er niet meer. Maar de trekvaart heeft nog wel een functie in de [[waterhuishouding]]. Zo is het gedeelte tussen Halfweg en het [[Westerpark (park)|Westerpark]] in [[Amsterdam]] nog steeds een boezemwater van het [[Hoogheemraadschap Rijnland]].