Gerard David: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jean-Pierre Remy (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
KafiRobot (overleg | bijdragen)
k Samenvoegen referenties via Wikipedia:Wikiproject/Check Wikipedia. met AWB
Regel 3:
 
==Biografie==
Over de jeugd en de opleiding van Gerard David is niet erg veel met zekerheid geweten. Hij werd geboren in Oudewater<ref>Zijn geboorteplaats was vermeld was op zijn grafsteen in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Brugge, maar bij restauratiewerken in het begin van de 19e eeuw verdwijnt het graf. Zie bij Mieke Parez, in Vlaamse Kunst Collectie.</ref> omstreeks 1455-1460. Op basis van zijn vroege werken wordt verondersteld dat hij werd opgeleid door [[Albert van Ouwater]]. Zijn vroege werken tonen ook de invloed van [[Geertgen tot Sint Jans]] in [[Haarlem]] en de ruimtelijke compositie van zijn vroege werken verwijst naar [[Dirk Bouts]], eveneens uit Haarlem.<ref name=jenni/>
 
Gerard David werd op 14 januari 1484 te Brugge ingeschreven als meester in het gilde van de beeldenmakers en zadelmakers, waaronder ook de schilders ressorteerden. Het is best mogelijk dat hij, voor hij zich in Brugge vestigde, een tijd verbleef in het atelier van Dirk Bouts in [[Leuven]], dat na diens dood in 1475 werd verder gezet door zijn zoons [[Dirk Bouts de Jongere]] en [[Albert Bouts]]. Zelfs indien David Dirk Bouts niet persoonlijk zou gekend hebben, was hij toch heel vertrouwd met diens werk. Kenmerken van de stijl van Bouts zijn volgens Jennifer Meagher van het Metropolitan Museum of Art terug te vinden in zijn werken tot 1500 en zelfs nog later.
 
David was gehuwd met Cornelia Knoop de dochter van Jacob Knoop de Jongere, die belangrijke functies bekleedde in het gilde van de goudsmeden. Ze hadden een dochter Barbara, maar in de aktes en documenten is nog geen informatie teruggevonden over de datum van het huwelijk<ref>Thomas Kren, Scot McKendrick, Illuminating the Renaissance: The Triumph of Flemish Manuscript Painting in Europe, 2003, The J. Paul Getty Museum, Los Angeles, p. 344.</ref><ref>Op de website van het Musée des Beaux-Arts geeft men een datum van 1496, maar zonder enige referentie.</ref> of de geboorte van Barbara. Wel weten we dat David het altaarstuk Virgo inter Virgines (Musée des Beaux Arts, Rouen), waar hijzelf en zijn echtgenote als schenkers werden geschilderd aan de rand van de compositie, schilderde omstreeks 1506.
Regel 16:
 
==Werken==
[[bestandBestand:Gerard David - Christ Nailed to the Cross - Google Art Project.jpg|{{largethumb}}|Gerard David, Christus wordt aan het kruis genageld, ca. 1480, National Gallery, Washington.]]
=== Vroege periode ===
Wanneer David zich in Brugge vestigt is hij al een vrij meester, hij heeft met andere woorden zijn volledige opleiding doorlopen. Hij kwam ongetwijfeld naar Brugge om een graantje mee te pikken van de bloeiende kunstnijverheid in een van de belangrijke steden van de hertogen van Bourgondië en de handelsmetropool die kunstenaars uit alle windstreken aantrok. David had zich naast de invloeden van zijn tijd in Haarlem, die sterk aanwezig zijn, ook de stijl en technieken van Dirk Bouts eigen gemaakt. In zijn vroege werken zijn dikwijls verwijzingen terug te vinden naar bekende miniaturen zoals een aantal figuren in de Kruisiging van de Thyssen Bornemisza Collectie die sterk doen denken aan figuren op een miniatuur met de kruisiging in de [[Miniaturen in het Getijdenboek van Katharina van Kleef|Getijden van Catharina van Kleef]] f66v.
Regel 23:
 
====Nativiteit voor 1480 ====
Een van de vroege werken toegeschreven aan David is een paneeltje met de voorstelling van de [http://www.metmuseum.org/Collections/search-the-collections/436100 geboorte van Christus] dat bewaard wordt in het [[Metropolitan Museum of Art]] in [[New York City|New York]] en deel uitmaakt van de Friedsam Collection. Het is een werk, olie op paneel, van voor 1480 dus voor Gerard David zich in Brugge had gevestigd. Het bestaat uit slechts één paneeltje van 47&nbsp;op&nbsp;34 &nbsp;cm dat de geboorte van Christus en de aanbidding van de herders voorstelt. De naïeve personages en de poppen-hoofden van Maria en de engelen doen denken aan de Noord-Nederlandse voorbeelden die Gerard moet gekend hebben van zijn opleiding, maar de compositie met de mooie landschappen en de eenvoudige architectuur, die schatplichtig is aan het werk van Dirk Bouts, doen al aan zijn later werk denken.<ref>Maryan W. Ainsworth, 1998, P.131.</ref> Een kopie van dit werk is terug te vinden in een [http://www.moleiro.com/fr/livres-d-heures/le-breviaire-disabelle-la-catholique/miniatura/872 miniatuur met het kerstgebeuren] in het [[Breviarium van Isabella van Castilië]] op f29r waarvan wordt aangenomen dat ze ook door David werd geschilderd in de 1480er jaren.<ref>Hans J. Van Miegroet, Gerard David, Antwerpen 1989, Mercatorfonds, pp.327-328.</ref>
 
==== Triptiek met Johannes en Franciscus====
Van de periode omstreeks zijn vestiging in Brugge kennen we twee panelen van een [[Triptiek (schilderij)|triptiek]] die [[Johannes de Doper]] en [[Franciscus van Assisi|Franciscus]] die de [[Stigmata (religie)|Stigmata]] ontvangt voorstellen.[http://www.metmuseum.org/toah/works-of-art/32.100.40bc] Ze maken eveneens deel uit van de hoger genoemde Friedsam Collection.<ref>De paneeltjes werden in het begin van de 20e eeuw toegevoegd aan de hierboven behandelde nativiteit, maar maakten er oorspronkelijk geen deel van uit.</ref> De combinatie van deze twee heiligen was vrij uitzonderlijk voor Vlaanderen. Deze paneeltjes (ca. 45&nbsp;x&nbsp;15 &nbsp;cm) tonen duidelijk de invloed van het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck.<ref name=mieke/> De figuren zijn gracieuzer geworden en het gelaat wordt veel beter uitgewerkt. Het landschap is aangepast aan de heilige, met Sint-Jan in de wildernis en Sint Franciscus in een Italiaans heuvellandschap met zijn abdij op de achtergrond.
 
==== Kruisiging ====
Regel 34:
In de laatste decade van de 15e eeuw en het begin van de 16e krijgt David de eerste grote opdrachten zoals onder meer: ''Het Oordeel van Cambyses'' (1498; [[Groeningemuseum]], Brugge), ''Bruiloft te Kana'' (ca. 1503; Musée du [[Louvre]], Parijs) en de ''Virgo inter virgines'' (1509; Musée des Beaux-Arts, [[Rouen]]). David probeert de plaats die opengevallen is door het overlijden van Hans Memling in te nemen en de leidende schilder ban Brugge te worden. Zijn kunst is geëvolueerd weg van het Noord-Nederlandse idioom en heeft duidelijk aansluiting gevonden bij de Vlaamse Primitieven hoewel hij duidelijk zijn eigen weg gaat. Het palet van David is duidelijk gewijzigd, het is geëvolueerd naar meer harmonische tinten in verzadigde kleuren ten overstaan van de zeer heldere kleuren uit zijn beginperiode. Ook de tekenstijl was duidelijk gewijzigd, de lijnen worden vloeiender en eleganter, de figuren minder houterig.
 
[[bestandBestand:David Diptych The Judgment of Cambyses.jpg|{{largethumb}}|Gerard david, Het Oordeel van Cambyses ca.1498, Groeningemuseum in Brugge]]
==== Het Oordeel van Cambyses ====
David kreeg van de stad Brugge de opdracht voor het tweeluik ''Het Oordeel van Cambyses'' dat zich nu bevindt in het Groeningemuseum in Brugge [http://vlaamseprimitieven.vlaamsekunstcollectie.be/nl/collectie/oordeel-van-cambyses]. Soms wordt beweerd dat dit werk moest dienen om de bestraffing van corrupte schepenen van de stad Brugge te illustreren. Dit verhaal steunt op een thesis van Weale, de man die David uit de vergeethoek haalde onder meer door zijn studie van de Brugse archieven.<ref>W. H. James Weale, Gérard David, in Le Beffroie (Brugge), I, 186, pp. 223-224.</ref> Maar dit verhaal is vrij onwaarschijnlijk omdat hetzelfde thema werd geschilderd door [[Rogier van der Weyden]] voor het Brusselse stadhuis en door Dirk Bouts voor het Leuvense. Trouwens, toen het paneel besteld werd waren de in 1488 afgestelde schepenen al lang in eer hersteld en terug aan de macht. Het is dus weinig waarschijnlijk dat ze een werk zouden besteld hebben voor de schepenzaal, waarin hun houding werd gelaakt. De bestraffing van Sisamnes door Cambyses was op het einde van de 15e eeuw reeds vrij bekend en wordt in de 16e eeuw een populair thema.<ref> M. Baes-Dondeyne, D. De Vos, De Vlaamse Primitieven, Corpus van de vijftiende-eeuwse schilderkunst in de zuidelijke Nederlanden, Groeningemuseum Brugge, Brussel 1981, pp.108-109.</ref> Na de reiniging en restauratie van het werk in 1979 toonde het paneel terug het levendige oorspronkelijke maar wat koele coloriet dat typisch is voor Gerard David in zijn vroegere werken. Op de achtergrond van het werk ziet men [[putto|putti]] die bloemenslingers dragen en twee medaillons die beroemde [[camee|cameeën]]ën van de [[Medici]] afbeelden. Dit deed Weale er toe besluiten dat David [[Florence (stad)|Florence]] was geweest wat achteraf niet correct bleek te zijn. David heeft zich waarschijnlijk gebaseerd op bronzen kopieën van de cameeën die in zijn tijd hier beschikbaar waren. Het toont wel dat David de Italiaanse kunst kende.
 
[[Bestand: Gerard David - Triptych of Jan Des Trompes - WGA6031.jpg|{{largethumb}}|Gerard David, Altaarstuk van St.-Jan de Doper (1502-1508), Groeningemuseum in Brugge]]
==== Altaarstuk van St.-Jan de Doper ====
Dit werk was een bestelling daterend van 1502 van Jan des Trompes<ref>Jan des Trompes was baljuw geweest in Oostende, schepen in Brugge en ontvanger-generaal van Vlaanderen.</ref> en werd door zijn erfgenamen in 1520 geschonken aan de ''Broederschap van de beëdigde klerken van de vierschaar'' voor het altaar van hun kapel op de Burg in de Sint Basiliuskerk, beter gekend als de [[Basiliek van het Heilig Bloed|Heilige Bloedkapel]]. Het wordt nu bewaard in het Groeningemuseum in Brugge [http://vlaamseprimitieven.vlaamsekunstcollectie.be/nl/collectie/doopsel-van-christus-0]. Het middenpaneel toont de doop van Christus in de Jordaan volgens de klassieke Vlaamse iconografie, met links en rechts in de achtergrond taferelen uit het leven van St. Jan. Op het linkerpaneel ziet men de schenker, Jan des Trompes, geknield met achter hem zijn patroonheilige Johannes de Evangelist. Naast Jan des Trompes zien we zijn zoon Filips. Op het rechterluik is Isabella van der Meersch, de eerste vrouw van Jan des Trompes en de moeder van Filips afgebeeld met haar dochters Adewijc, Anna, Joanna en Agnes. Achter Isabella (Elisabeth) zien we haar patrones [[Elisabeth van Thüringen]]. De tweede echtgenote van Jan des Trompes, Magdalena Cordier werd geschilderd op de buitenzijde van het rechter paneel samen met haar patroonheilige [[Maria Magdalena]]. Op de buitenzijde van de linkervleugel staat een tronende Madonna met Kind.
 
Opmerkelijk aan dit schilderij is het mooie landschap dat doorloopt over de drie panelen. Het bergachtige beboste landschap is zeer gedetailleerd uitgewerkt, op de oevers van de rivier, maar ook verderop in het landschap kan men een ganse reeks afgebeelde planten zonder moeite identificeren. Veel van deze planten, die vaak niet naast elkaar groeien en gelijktijdig bloeien zoals hier op het schilderij, werden afgebeeld omdat het planten zijn waaraan een medicinale zuiverende werking werd toegeschreven en die dus symbool staan voor de zuivering door het doopsel.<ref> M. Baes-Dondeyne, D. De Vos, De Vlaamse Primitieven, Corpus van de vijftiende-eeuwse schilderkunst in de zuidelijke Nederlanden, Groeningemuseum Brugge, Brussel 1981, pp.132-136.</ref>
 
[[bestandBestand: David Triptych with the Nativity.jpg|{{largethumb}}|Gerard David, Geboorte van Christus met de schenkers (ca. 1510-1515), Jules Bache Collection van het Metropolitan Museum of Art]]
 
==== Geboorte van Christus met de schenkers ====
Een van de mooiste voorbeelden van de voorstelling van het landschap perfect geïntegreerd met het thema van het werk is de triptiek van de Geboorte van Christus met de schenkers en de heilige Hiëronymus en Leonardus [http://www.metmuseum.org/toah/works-of-art/49.7.20a-c] in de Jules Bache Collection van het Metropolitan Museum of Art. De landschappen op de buitenzijde van de zijpanelen van dit werk dat ontstond tussen 1510 en 1515 bevinden zich als ''Twee landschappen'' in het [[Mauritshuis]] in [[Den Haag]]. Hierop schilderde David een woudscène zonder menselijke aanwezigheid in het landschap, wat een radicale innovatie was voor die tijd.<ref name=jenni/>
 
[[Bestand: Gerard david, nozze di cana, 1495-1500 ca..JPG|{{largethumb}}|Gerard David, Builoft te Kana, Musée du Louvre, Parijs]]
==== Bruiloft te Kana ====
Dit werk werd waarschijnlijk begonnen tussen 1500 en 1503 hoewel de datum nog steeds ter discussie staat. Het wordt toegeschreven aan David maar de kunsthistorici zijn van mening dat een assistent van David meewerkte aan het paneel. Het schilderij wordt momenteel bewaard in het Louvre in Parijs. Naast de datum van ontstaan is er ook discussie over de opdrachtgever. Sommigen denken aan Jan van der Straeten<ref>W. H. James Weale, Gérard David in Le Beffroi, Brugge, III, 1886-1870, pp.4-346.</ref> anderen denken aan Jan van Sedano.<ref>[[Georges Hulin de Loo]], Brugge 1902, Exposition de tableaux flamands des XIVe, XVe et XVIe siècles. Catalogue critique, Gent, 1902 N°126.</ref> Die laatste toewijzing wordt door het Louvre overgenomen bij de beschrijving van het werk. Dit werk toont de evolutie van de voorstelling van religieuze taferelen in het werk van David. Het is uiteraard een religieus werk, maar het zou even goed een voorstelling van een burgerlijk huwelijksfeest kunnen zijn, een soort groepsportret van de deelnemers ware het niet voor de vrome schenkers die links en rechts geknield zijn weergegeven.
 
[[bestandBestand: Gerard David - Triptych of the Sedano Family - WGA6015.jpg|{{largethumb}}|Gerard David, Sedano- triptiek, ca. 1495, Muséé du Louvre, Parijs.]]
 
=== Werken voor de export ===
Regel 66:
 
==== Cervara Retabel ====
Dit [[altaarstuk]] werd gemaakt in opdracht van Vincenzo Sauli voor het [[Benedictijnen|benedictijner]] klooster van San Gerolamo della Cervara gelegen tussen [[Santa Margherita Ligure]] en [[Portofino]]. Volgens een originele inscriptie op het kader, dat nu verdwenen is, werd de opdracht voor het werk gegeven op 7 september 1506. De polyptiek of delen ervan werd in de loop van zijn geschiedenis aan allerhande kunstenaars toegeschreven. Het is weerom Weale die in 1895 de gelijkaardigheid vaststelt van de afbeelding van de Maagd en het Kind met een gekend wek van David: ''De Maagd tussen de Maagden''. Andere kunsthistorici volgden snel en tegenwoordig is de toeschrijving unaniem. Het werk werd ontmanteld, waarschijnlijk bij de opheffing van het klooster in 1799. Het grootst aantal panelen bevindt zich in het ''Palazzo Bianco'' in Genua, twee panelen met een [[annunciatie]] in het Metropolitan Museum in New York en een klein halfrond paneel in het Louvre in Parijs. Het altaarstuk was als het ware samengesteld uit twee triptieken met boven het hoogste middenpaneel een halve [[tondo (kunst)|tondo]]. De onderste triptiek toonde op het middenpaneel de Heilige Maagd met Kind aan wie de kerk was toegewijd, links de heilige Hiëronymus, de patroonheilige van het klooster, voorgesteld als bisschop en rechts de heilige [[Benedictus van Nursia|Benedictus]], de stichter van de orde. De bovenste triptiek toonde een kruisiging met Johannes en Maria en links en rechts daarvan een annunciatiescène. Het geheel werd bekroond met een halve tondo met God de Vader die geflankeerd door twee engelen, een zegenend gebaar maakt. Ainsworth is van oordeel dat David het grootste gedeelte van het werk zelf ontwierp en uitvoerde en dat de inbreng van zijn atelier minimaal was. In het werk zijn zowel Eyckiaanse invloeden als Italiaanse modellen terug te vinden. De annunciatie bijvoorbeeld heeft een typisch Vlaams ontwerp maar de engel [[Gabriël (aartsengel)|Gabriël]] is gemodelleerd naar een Gabriël op een fresco van [[Vincenzo Foppa]] in de Portinari kapel van de San’Eustorgio in [[Milaan (stad)|Milaan]]. Ook de monumentale getroonde Maria met Kind, het optisch centrum van het altaarstuk is sterk beïnvloed door de Italiaanse renaissancekunst.<ref>Maryan W. Ainsworth, 1998, p.193.</ref>
 
Het Cervara retabel toont duidelijk dat de maker ervan, Gerard David, de Italiaanse kunst van zijn tijd kende. Als men ervan uitgaat dat het werk in Brugge geschilderd werd,<ref>Maryan W. Ainsworth, 1998, p.196.</ref> zoals blijkt uit het gebruik van eiken panelen en van kalk als onderlaag,<ref>In Italië werden meestal populieren panelen gebruikt en gips als onderlaag.</ref> lijkt het vrij aannemelijk dat David tussen 1503 en 1506 een reis naar Italië maakte om ter plaatse het altaar te bekijken waarvoor hij de prestigieuse bestelling gekregen had en zich te vergewissen van de plaatselijke stijl. Na 1506 is een aantal nieuwe Italianiserende elementen in Davids kunst te herkennen en het zou kunnen dat hij zijn kennis van de Italiaanse schilderkunst kon verdiepen tijdens een tweede reis in 1506 bij de levering en de plaatsing van zijn werk. De subtiele integratie van de Italiaanse stijl en techniek in zijn eigen werk maakt van David een voorloper van de Vlaamse schilders van de 16e eeuw zoals Quinten Massijs en Joos van Cleve.<ref>Maryan W. Ainsworth, 1998, p.201.</ref>
 
=== Werken voor de vrije markt ===
In onze huidige opvatting over kunst is ''kopie'' een lelijk woord, kunst moet origineel zijn en als men vandaag de vele kopieën uit de late middeleeuwen en de vroege renaissance catalogeert worden kopieën nog dikwijls als minderwaardige werken beschouwd. De late middeleeuwer stond hier nochtans heel anders tegenover, voor David was kopiëren een vrij normale zaak, sommige van zijn klanten bestelden kopieën,<ref name="Maryan W. Ainsworth, 1998, p.257">Maryan W. Ainsworth, 1998, p.257.</ref> maar daarnaast was kopiëren een methode om de productiviteit van het atelier te verhogen en werken te creëren voor de verkoop op de vrije markt. Tegen het begin van de zestiende eeuw werden steeds minder werken gemaakt in opdracht en groeide het aantal werken die zonder bestelling over een aantal populaire thema’s werden gemaakt en aangeboden op de vrije markt.
 
Die vrije markt voor luxegoederen evolueerde vrij snel. In 1482 ontstond in Brugge het ''pandt'',<ref>Jean C. Wilson, The participation of painters in the Bruges ''pandt'' market, 1512-1550, Burlington Magazine 125 nr. 965 (augustus 1983), pp. 476-479.</ref> een soort kunstgalerij ''avant la lettre'' waar handelaars en ambachtslui zoals kunstschilders en edelsmeden een plaats huurden om hun producten ter verkoop aan te bieden. Ook in Antwerpen was er vanaf 1484 een dergelijke kunstmarkt. Er is geen documentair bewijs dat David via deze kanalen zou verkocht hebben, maar het is wel in het kader van deze open markt dat een aantal van de latere werken van David zoals ''De vlucht naar Egypte'' en de ''Madonna met de paplepel'' moeten gezien worden. Voor dat laatste werk zou David bijvoorbeeld gebruik maken van kartons met ponsgaatjes erin om het ontwerp in stippellijn aan te brengen op het geprepareerde paneel. Zijn opvolger Adriaen Isenbrandt gebruikte deze techniek om talloze kopieën van werken van David met als thema de ''Maagd met Kind'' te produceren waaronder een aantal kopieën van de ''Rust tijdens de vlucht naar Egypte''.
Regel 83:
</gallery>
 
Het schilderij, olie op paneel, dat bewaard wordt in de [[National Gallery of Art]] te [[Washington D.C.]] is op basis van de ondertekeningen en stijlkenmerken waarschijnlijk het origineel gemaakt door Gerard David omstreeks 1510. Van dit werk werden minstens tien kopieën gemaakt, voornamelijk door het atelier van Isenbrandt.<ref> name="Maryan W. Ainsworth, 1998, p.257.<"/ref> In het Metropolitan Museum of Art wordt een tweede versie van het werk bewaard (ca. 1520), eveneens toegeschreven aan David zelf. Dit werk toont dezelfde ondertekening als dat in Washington maar met kleine correcties aan de figuren en de drapering van de mantel van Maria, ook de achtergrond is aangepast. We zien in beide werken ook de eerder genoemde verschuiving van religieus naar seculier in die zin dat het schilderij perfect een afbeelding zou kunnen zijn van om het even welke moeder die haar kind aan het voeden is of met haar kind aan het spelen is. In het latere werk van het Metropolitan Museum zien we de evolutie van Davids kennis van de Italiaanse renaissance in de piramidale vorm van de groep van Madonna en Kind, het gebruik van de [[sfumato]] techniek voor de gezichten en het gebruik van de [[Clair-obscur (schilderkunst)|chiaroscuro]] compositie in de plaatsing van de groep tegen de donkere achtergrond van het woud om de volumes te benadrukken.
 
==== De Madonna met de paplepel====
Met dit werk speelt David volop in op de trend van secularisering van de populaire religieuze afbeeldingen van het ''Maagd met Kind'' type en hij gebruikt daarbij de intussen in Vlaanderen populair geworden Italiaanse modellen en technieken.
 
Het schilderij toont een vrouw met een kindje op haar schoot, die in haar huiskamer het kleintje zijn papje aan het geven is. De verschillende versies van het schilderij werden allemaal vervaardigd op basis van een model op geponste kartons. Kunsthistorici waren van oordeel dat het originele exemplaar van het werk verloren was gegaan omdat er tot nu toe geen exemplaar werd teruggevonden met de voor David karakteristieke met vrije hand getekende ondertekening, maar Maryan W. Ainsworth poneerde de stelling dat David voor dit werk, bestemd voor de vrije markt, vertrok van een model op kartons, maar dat er toch duidelijk verschillen te zien zijn op basis van afwerking en details die een individueel werk onderscheiden van een product van het atelier. Zo lijkt het exemplaar van de Aurora Trust in New York van de meester zelf, de werken in Genua en Brussel echter halen niet dezelfde kwaliteit.<ref>Maryan W. Ainsworth, 1998, p.295,298.</ref>
Regel 126:
{{references||2}}
}}
 
 
{{DEFAULTSORT:David, Gerard}}
[[Categorie:Zuid-Nederlands kunstschilder (voor 1830)]]
[[Categorie:Vlaamse Primitieven]]
[[Categorie:Miniaturist]]
[[categorie:miniaturist]]