Ee (Noardeast-Fryslân): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Copyvio van http://www.dorp-ee.nl/vlasdorp/beschermd-dorpsgezicht
Regel 29:
 
Tot 1940 kende Ee een echte boerenbevolking, afgewisseld met landarbeiders en een behoorlijke middenstand. De boerenbedrijven zijn gebleven, maar door mechanisatie zijn de landarbeiders verdwenen. De middenstand is steeds verder gekrompen. Daarentegen bruist het van de nieuwe bedrijven.
 
 
BESCHERMD DORPSGEZICHT
 
Het dorp Ee bezit een hoge ouderdom, want reeds in de 10e eeuw bestond het dorp. De dorpskern is bijna geheel in tact gebleven. Op de drie meter hoge terp schittert de Tsjerke op 'e Terp. Rondom de kerk ligt de Omgong met fraaie bebouwing. Vanaf de Omgong lopen de Loanen, de Haven en de Keareweare naar de voet van de terp. Karakteristieke bebouwing aan de afhellende smalle klinkerstraatjes levert een intiem dorpsbeeld op.
 
In de na-oorlogse jaren trad leegstand en verkrotting op. Gelukkig besloot het gemeentebestuur van de toenmalige gemeente Oostdongeradeel in 1971 een bestemmingsplan voor dit dorpgebied te ontwikkelen en kreeg Ee de status van beschermd dorpsgezicht.
 
In de jaren die volgden werden talloze panden gerestaureerd en opgeknapt. Wie nu een wandeling door Ee maakt waant zich terug in de tijd. Ee een dorp om verliefd op te worden.
 
 
VLASMUSEUM 'T BRAAKHOK
Een pitoresk houten gebouw aan de rand van het beschermde dorpsgezicht in Ee, maar groot genoeg voor een rondleiding van een uur. Het is geen statische rondleiding, maar u wordt uitgenodigd mee te werken, zodat u kunt ervaren hoe zwaar het werk was dat hier vroeger gedaan werd: repelen, braken, zwingelen, enz. Allemaal bewerkingen om van vlas ongesponnen vlaslinnen te maken.
 
Het Vlasmuseum in Ee is ondergebracht in een 'schuurtje', waarin vroeger ook een echt "braakhok" gevestigd was. In de wintermaanden werkten hier mensen, die moeite hadden rond te komen. Het was eigenlijk een sociale voorziening.Van de 16 Braakhokken in Oost Dongeradeel is het Vlasmuseum in Ee de enige overgebleven in zijn soort. In de wintermaanden werd er niet gerepeld, dat gebeurde al eerder, vlak na de oogst. Bij het repelen worden de zaadbolletjes van de vlasstengels verwijderd. De zaden werden (en worden) nog steeds gebruikt voor de productie van lijnolie, dat veel gebruikt werd in de verfindustrie. De uitgeperste lijnzaden werden verwerkt tot lijnkoeken. Het vee, dat deze koeken gevoederd kreeg, kreeg een mooie glimmende vacht.
 
De tweede bewerking vond in de herfst vlak na de oogst plaats: het roten. De bewerking bestond eruit het vlas zo'n dag of tien nat te houden teneinde de houterige delen van de stengel te laten rotten, terwijl de kostbare linnenvezel heel zou blijven. Te kort roten betekende dat de houterige delen niet los wilden laten, te lang roten hield in dat ook de vezel verrotte.
 
In het braakhok was de eerste bewerking het braken, eigenlijk het breken. Het gerootte vlas, dat een dag of tien had liggen 'rotten' onder water, moest ontdaan worden van de houtdelen van de stengel. Heel vroeger gebeurde dat met een grote beukenhouten klos (en daar komt inderdaad het gezegde 'de beuk erin' vandaan). In latere tijden deed men dat met een zogenaamde rolbraak. Het werk ging daardoor een stuk sneller, maar het bleef ontzettend zwaar werk (als u langskomt, mag het u het zelf proberen....)
 
De volgende behandeling van het ruwe vlaslinnen is het zwingelen. De laatste houterige deeltjes moeten uit de zo waardevolle vezels worden verwijderd. Men gebruikte daarvoor een zwangelmolen, een snel draaiend schoepenrad. Door de vezels voor de schoepen te houden, werden de laatste houtrestjes uit de vezels verwijderd. Dit was zwaar werk, de schoepen draaien rakelings voor de vingers/handen langs... (En dat laten we u dus niet proberen). Maar wordt u uiteraard wel voorgedaan.
 
De laatste bewerking is het kammen van het vlas. Door deze bewerking werden de korte vezels verwijderd, die waren niet interessant voor de spinnerij of weverij. Als laatste werden de bosjes vlaslinnen samengeknoopt tot een zogenaamde pop, een bundel vlas van ongeveer zeven pond. Een handige werker kon per dag ongeveer 6 tot 7 poppen vervaardigen.
 
==Sport==