NS 80: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Dh3201 (overleg | bijdragen)
jaartal verbeterd, infobox aangevuld en nog wat dingetjes
Regel 4:
| onderschrift=
| aantal=4
| nummering=[[Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij|HSM]]: 201-202,<br />[[Nederlandse Spoorwegen|NS]]: 81-82, 83-84
| nummering=81-82, 83-84
| fabrikant=[[Machinenfabrik Gebr. Wieman]] (81-82)<br />[[Berliner Maschinenbau]] (83-84)
| indienst=[[1908]] (81-82)<br />[[1926]] (83-84)
Regel 25:
| remsysteem=elektrische kortsluitrem en handrem
}}
De '''NS-locserie 80''' bestond uit twee series accumulatoren [[locomotief (spoorwegmaterieel)|locomotieven]] die tussen [[1908]] en [[19261936]] (81 en 82) en tussen [[1926]] en [[1950]] (83 en 84) werden ingezet door de [[Nederlandse Spoorwegen]] voor rangeerwerkzaamheden op het terrein van de [[werkplaats]] te [[Leidschendam]].
 
== Serie 81-82 ==
Voor het rangeren met de elektrische [[ZHESM-materieel]] op het terrein van de [[remise (openbaar vervoer)|remise]] te [[Leidschendam]], stelde de [[Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij]] in [[1908]] twee accumulatorenlocomotieven 201 en 202 in dienst. Bij de [[Nederlandse Spoorwegen]] kregen de locomotieven in 1921 de nummers 81 en 82.
In [[1916]] en [[1917]] zijn beide locomotieven voorzien van een montagestelling om als montagewagen voor herstellingen aan de bovenleiding dienst te kunnen doen. Om voor het bovenleidingsmontagewerk hogere benodigde snelheid te kunnen bereiken werd in [[1928]] de tandwieloverbrenging gewijzigd, waardoor de maximumsnelheid van 14&nbsp;km/h tot 40&nbsp;km/h werd verhoogd. Sindsdien werden beide locomotieven uitsluitend voor inspectie van de bovenleiding gebruikt tot hun buitendienststelling in [[1936]].