Nationale Overgangsraad: verschil tussen versies

De '''Nationale Overgangsraad''', afk. '''NOR''' ([[Berbertalen|Tamazight]]: ''Amqim n wamur n Libya'', [[Arabisch]]: المجلس الوطني الانتقالي, ''al-maǧlis al-waṭanī al-intiqālī'', [[Engels]]: ''National Transitional Council'', afk. ''NTC'') iswas het door opstandelingen op 27 februari 2011 opgerichte politieke bewind tijdens de [[Opstand in Libië]]. De Overgangsraad streefde naar de verdrijving van kolonel [[Moammar al-Qadhafi]] als staatshoofd van [[Libië]] tegen wie zij de strijd coördineerde, en heeftwierp zich opgeworpenop als tussentijdse vertegenwoordiger van het Libische volk.

De voorzitter iswas [[Mustafa Abud al-Jeleil]]. Andere leden zijnwaren onder meer [[Abdul Hafiz Ghoga]] (tot begin 2012) en [[Ahmed al-Senussi]].

De Overgangsraad zetelde aanvankelijk in [[Benghazi (stad)|Benghazi]], de tweede stad van Libië en een half jaar lang het bolwerk van de opstandelingen, maar eiste [[Tripoli (stad in Libië)|Tripoli]] op als hoofdstad van een ongedeeld Libië. Toen de [[slag om Tripoli]] vrijwel gewonnen was door de rebellen, had de Overgangsraad zich op 25 augustus al grotendeels naar de hoofdstad verplaatst, hoewel voorzitter al-Jeleil voorlopig nog in Benghazi bleef.<ref>{{Cite news |url=http://www.trouw.nl/tr/nl/7564/Opstand-in-Libie/article/detail/2867740/2011/08/26/Libische-Overgangsraad-regeert-al-vanuit-Tripoli.dhtml|title=Libische Overgangsraad regeert al vanuit Tripoli|author=ANP|date=26 augustus}}</ref>

[[FileBestand:LibyanRepublicRelations.svg|thumb|

Verscheidene landen hebbenerkenden de Nationale Overgangsraad erkend als de enige wettige vertegenwoordiger van het Libische volk, of als gesprekspartner, of gaven anderszins blijk van erkenning gegeven. Ook zijn erAndere landen, zoals [[Bolivia]], [[Cuba (land)|Cuba]], [[Venezuela]] en [[Zimbabwe]], die hebbengaven aangegevenaan dat ze de Nationale Overgangsraad geen erkenning zullenzouden verlenen. Sommige staten hebbenprotesteerden bij de VN geprotesteerd tegen de erkenning van de NOR. Algerije en China trokken hun eerdere verklaringen later in en erkenden de NOR alsnog.