Mercantilisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
JRB (overleg | bijdragen)
Geen verbetering
Regel 46:
Veronderstel bijvoorbeeld dat Portugal een efficiëntere producent van zowel [[wijn]] als [[Lakenindustrie|laken]] zou zijn dan Engeland, maar dat het in Engeland relatief goedkoper zou zijn om laken te produceren in vergelijking met wijn. Dus als Portugal zich in wijn zou specialiseren en Engeland in laken, zouden ''beide'' ''beter'' af zijn als zij handel zouden drijven. Dit is een voorbeeld van de wederzijdse voordelen van handel als gevolg van [[comparatief voordeel]]. In de moderne economische theorie is handel ''niet'' een [[nulsomspel|zero-sum game]] van moordende [[Mededinging|concurrentie]], dit omdat beide partijen kunnen profiteren
 
Hume beargumenteerde in een beroemde passage de onmogelijkheid van het mercantilistische doel van een constante positieve [[handelsbalans]]. Hun redenering was dat als [[edelmetaal]] een land binnenstroomde, dat dit dan het [[Aanbod (economie)|aanbod]] zou verhogen en dat de waarde van edelmetaal in die staat ten opzichte van andere goederen gestaag zou dalen. Als de staat omgekeerd edelmetaal zou exporteren, zou de waarde ervan, ook weer in verhouding tot andere producten, langzaam stijgen. Uiteindelijk zou het niet meer lonend zijn om goederen van het hoge prijzenland naar het lageprijzen land te exporteren. Het saldo van de handelsbalans zou nu omkeren. Mercantilisten begrepen deze te verwachten gang van zaken niet. Zij betoogden lange tijd dat een toename van de geldhoeveelheid simpelweg zou betekenen dat iedereen in het edelmetaal invoerende land rijker zou worden.<ref name= "Ekelund1975p43">{{aut|Ekelund en Hebert}} (1975), blz. 43.</ref>
 
Het belang dat gehecht werd aan edelmetaal was ook een centraal doel van de kritiek, zelfs toen veel mercantilisten zelf al begonnen waren het belang van [[goud]] en [[zilver]] te relativeren. Adam Smith merkte op dat de kern van het mercantiele systeem de "populaire dwaasheid was om rijkdom te verwarren met geld," edelmetaal was eigenlijk precies als alle andere grondstoffen, en er was geen enkele reden om edelmetaal een speciale behandeling te geven.<ref name = "Magnussen2003p46">{{aut|Magnussen}} (2003), blz. 46.</ref> Meer recent hebben geleerden de juistheid van deze kritiek op zijn waarde geschat. Zij geloofden dat Mun en Misselden deze fout niet in de jaren 1620 maakten en zij wijzen op hun volgelingen Josiah Child en [[Charles Davenant]], die in 1699 schreef: "Goud en zilver zijn inderdaad de maatstaven van de handel, maar in alle landen zijn de natuurlijke of kunstmatige product van het land de bron en het origineel ervan; in alle landen zijn de natuurlijke of kunstmatige producten van het land, dat wil zeggen, wat dit land of wat deze arbeider en industrie produceren."<ref>Hiernaar wordt verwezen in Davenant, 1771 [1699], blz. 171 in Magnussen (2003), blz. 53.</ref> De kritiek, dat mercantilisme een vorm van rent-seeking zou zijn, is ook bekritiseerd, met name toen geleerden zoals [[Jacob Viner]] er in de jaren 1930 op wezen dat handelaarmercantilisten, zoals Thomas Mun begrepen dat zij geen baat zouden hebben bij hogere prijzen voor Engelse waren in het buitenland.<ref name= "Magnussen2003p54">{{aut|Magnussen}} (2003), blz. 54.</ref>