Eenzaamheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
rv - inkt en gouache op paper is geen sculptuur
Regel 1:
[[Bestand:Thoma Loneliness.jpg|thumb|''Eenzaamheid'', een sculptuur van [[Hans Thoma]] in het Nationaal Museum in [[Warschau]]]]
[[Bestand:Depression-loss of loved one.jpg|thumb|Afgekeerd van de omgeving]]
'''Eenzaamheid''' is het gevoel alleen te zijn, van geïsoleerd te zijn van 'de anderen'. Onderzoekers omschrijven eenzaamheid als ''het ervaren verschil tussen gewenste en aanwezige contacten.'' Op deze definitie van [[Jenny Gierveld|De Jong-Gierveld]] is het meeste onderzoek naar het vóórkomen van eenzaamheid gebaseerd. Er wordt wel onderscheid gemaakt tussen sociale en emotionele eenzaamheid (Weiss) of tussen situationele en duurzame eenzaamheid (Stevens). Het is goed te beseffen dat eenzaamheid iets anders is dan [[sociaal isolement]]. Eenzaamheid is een ''gevoel'', sociaal isolement een ''situatie''. Anders gezegd: er is wezenlijk verschil tussen ''alleen zijn'', en ''je alleen voelen''.
Regel 14:
Wie last heeft van eenzaamheid hoeft zeker niet geïsoleerd te zijn. Eenzaamheid is een ''gevoel'', geen situatie. Alleen zijn hoeft niet te betekenen dat men zich alleen voelt. Uit onderzoek (Van Tilburg, 200??) blijkt dat eenzaamheid in Nederland de afgelopen dertig jaar (zeer) licht is afgenomen. Dat lijkt positief, maar het aantal van anderhalf miljoen mensen in Nederland dat zich ernstig eenzaam voelt, is nog steeds enorm. Het verschijnsel dat mensen alleen zijn en zich alleen voelen, lijkt in de westerse geïndividualiseerde [[Maatschappij (wereld)|maatschappij]] toe te zullen nemen, gezien de groei van het aantal alleenstaanden. Het komt onder mensen van alle leeftijden voor. In Nederland zou 4 tot 22% van de bevolking geregeld of vaak last hebben van eenzaamheid (1997). In 2012 gaf bijna 40 procent van de bevolking van 19 jaar en ouder aan eenzaam te zijn. Ruim 8 procent voelt zich sterk eenzaam (Gezondheidsmonitor 2012 van [[Gemeentelijke gezondheidsdienst|GGD]]'s, [[Centraal Bureau voor de Statistiek|CBS]] en [[Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu|RIVM]]).
 
Tal van factoren, zoals lichamelijke gezondheid, [[sociale vaardigheid| sociale vaardigheden]] en competenties, de leefsituatie, leefomgeving, levensgebeurtenissen, persoonlijkheidsfactoren en het [[sociaal netwerk]] beïnvloeden gevoelens van eenzaamheid. Dit in direct verband met de inhoud van relaties die men heeft en die men zich zou wensen. Wanneer hierin geen evenwicht is, kan eenzaamheid ontstaan.
 
Bij mensen met een verminderd aanpassingsvermogen en minder goed ontwikkelde sociale vaardigheden, zoals bv. mensen met een vorm van [[autisme]], komt eenzaamheid (gemiddeld genomen) vaker voor. Bij mensen met het [[syndroom van Asperger]] kan de eenzaamheid soms zeer gecamoufleerd zijn: de persoon komt sociaal en aangepast over, waardoor niemand snel zal denken dat de persoon zeer geïsoleerd leeft.