Zohar: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 10:
Na verloop van tijd echter, werden de beweringen van Moses ben Shem-Tov steeds algemener geaccepteerd binnen de joodse gemeenschap. De Zohar werd beschouwd als een authentiek boek uit de mystiek uit de tweede eeuw n. Chr. die vanaf die tijd werd overgeleverd.
 
De Zohar werd geciteerd door Todros Abulafia, Menachem Recanati, en zelfs door Isaac van Akko, aan wiens naam het verhaal van het opbiechten van de weduwe van Moses de Leon is gerelateerd. Het is duidelijk dat Isaac geen acht sloeg op het zogenaamde opbiechten van de vrouw, en dat hij meer waarde toekende aan het getuigenis van Joseph ben Todros en van Jacob, een leerling van Moses de Leon, die hem beiden onder ede verzekerden dat het werk niet door Moses was geschreven. De enige tegenwerping die de moeite waard was voor diegenen die in de authenticiteit van de Zohar geloofden, was het feit dat verwijzingen ernaar in joodse literaire werken ontbraken. Het antwoord hierop was, dat Simeon ben YohaiYochai zijn leerstellingen niet op schrift had gesteld, maar deze mondeling aan zijn discipelen doorgaf, die deze op hun beurt ook mondeling aan hun discipelen doorgaven, tot de doctrines uiteindelijk in de Zohar op schrift werden gesteld. Wat betreft verwijzingen in het boek naar post-talmoedische gebeurtenissen, werd het niet verrassend gevonden dat Simeon ben Yochai gebeurtenissen die in de toekomst zouden plaatsvinden, voorspeld zou kunnen hebben.
 
== Verwerping van de authenticiteit ==