Roepie Kruize: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Verplaatsing van 3 interwikilinks die op Wikidata beschikbaar zijn op d:q1813030 |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 2:
'''Jan Hendrik (Roepie) Kruize''' ([[Heemstede (Noord-Holland)|Heemstede]], [[18 januari]] [[1925]] – [[Den Haag]], [[14 februari]] [[1992]]) was een [[Nederland]]s [[hockey]]er. Hij drukte in de jaren na de [[Tweede Wereldoorlog]] zijn stempel op het [[Nederland]]se [[hockey|tophockey]], dat toen nog op natuurgras werd gespeeld.
==Jeugd==
In ‘slechts’ 56 interlands kwam Roepie Kruize tot het respectabele aantal van 69 doelpunten. Geen van zijn drie hockeyende zoons die later een voor een ook doordrongen tot de [[Nederlandse mannenhockeyploeg|Nederlandse hockeyploeg]] kon tippen aan het gemiddelde van 1,21 treffer per wedstrijd: [[Ties Kruize|Ties]] (167 in 202), [[Hans Kruize|Hans]] (14 in 99) en [[Jan Hidde Kruize|Hidde]] (30 in 95).▼
Roepie Kruize werd in [[Heemstede (Noord-Holland)|Heemstede]] geboren als zoon van Ties Kruize, die bouwkundige en makelaar was. In die tijd richtte Ties zijn eigen kantoor op, Technisch Bureau Kruize. Hij bouwde veel huizen totdat de [[Beurskrach van 1929]] daar een einde aan maakte. Het gezin bestond inmiddels uit Ties en Agatha en hun vier kinderen Roepie, Els, Sieke en Gerrit ('Ekkie'); ze verhuisden naar Amsterdam. Ongeveer tien jaar later verhuisde het gezin naar de Vleigweg in [[Blaricum]]. Hun boederij weg al gauw Aagjes Hoeve genoemd, naar Roepie's moeder.
De vier kinderen werden lid van de [[Laren (hockeyclub)|Larensche Hockeyclub]]. Els en Sieke raakten daar bevriend met twee Joodse zusjes, Hannah en Emke Platz. Nadat hun moeder was verongelukt, was hun vader, die als advocaat op de Nederlandse ambassade in Duitsland werkte, met de meisjes naar Amsterdam gevlucht. In de weekends hockeyden ze vaak in Laren, waar ze het gezin Kruize ontmoetten.
Roepie Kruize was de stamvader van wat later zou uitgroeien tot een heuse hockeydynastie. Al op 14-jarige leeftijd verwierf hij een plaats in het eerste van [[Laren (hockeyclub)|Laren]]. Samen met zijn broer [[Gerrit Kruize|Gerard]], die later emigreerde en bij de [[Olympische Zomerspelen 1956|Olympische Spelen]] van [[Melbourne]] ([[1956]]) uitkwam namens zijn nieuwe vaderland de [[Verenigde Staten]].▼
==Oorlogsjaren==
Na de [[meidagen van 1940]] kon Ties Kruize helemaal geen huizen meer bouwen. De eerste reactie van Ties was om bijna alle wijnflessen in zijn kelder kapot te slaan, opdat deze niet in Duitse handen zou vallen. Om aan geld te komen verkocht hij zijn boerderij aan de Vliegweg op voorwaarde dat hij er mocht blijven wonen tot het einde van de oorlog. Hij werd hoofd van het Gooise verzet en had regelmatig onderduikers in huis.
Roepie kon maar weinig hockeyen. Het clubhuis moest de ramen verduisteren en er gold een straatverbod van middernacht tot 4 uur 's ochtends. De competitie ging door en hij werd als 14-jarige in Heren 1 opgesteld.
In 1942 kwam de eerste onderduiker op Aagjes Hoeve. Het was [[Pim Boellaard]], gewestelijk commandant van de [[Ordedienst]] in de regio Utrecht. Hij had ook een hond bij zich, Beer. Samen blijven ze van maart tot mei 1942 op de Hoeve.
Hannah en Emke Platz kwamen daarna naar de Hoeve. Hun vader was toevallig net voor de meidagen naar Frankrijk gegaan, en kon niet meer naar Nederland komen.
==Hockeycarrière==
Na de oorlog ging Roepie Kruize spelen voor [[HHIJC]], de voorloper van het huidige [[HC Klein Zwitserland]] waarmee hij vier keer kampioen van [[Nederland]] werd. Kruize senior vormde in de [[1950-1959|jaren vijftig]] een ingespeeld en daardoor uiterst gevaarlijk duo met [[Piet Bromberg]]. Hij bleef tot [[1961]] actief, en ook als routinier van 36 jaar was hij nog altijd gevreesd om zijn ‘dodelijke uithaal’. Kruize maakte deel uit van de [[Nederlandse mannenhockeyploeg|Nederlandse hockeyploeg]], die bij de [[Olympische Zomerspelen 1948|Olympische Spelen]] van [[1948]] de bronzen medaille won en vier jaar later in [[Helsinki]] het zilver veroverde.
▲In ‘slechts’
▲Roepie Kruize was de stamvader van wat later zou uitgroeien tot een heuse hockeydynastie. Al op 14-jarige leeftijd verwierf hij een plaats in het eerste team van [[Laren (hockeyclub)|Laren]]. Samen met zijn broer [[Gerrit Kruize|Gerard]], die later emigreerde en bij de [[Olympische Zomerspelen 1956|Olympische Spelen]] van [[Melbourne]] ([[1956]]) uitkwam namens zijn nieuwe vaderland de [[Verenigde Staten]].
Na zijn actieve loopbaan was Kruize eind [[1960-1969|jaren zestig]] voor de periode van één jaar bondscoach. [[Jules Ancion]] volgde hem op in [[1970]]. Kruize overleed in februari [[1992]] na een lang ziekbed.
|