Historieschilderkunst: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
cat
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 16:
Tijdens de tweede helft van de eeuw combineerden historieschilders de lokale invloeden met hun kennis van het [[classicisme]] en de Italiaanse barok. Schilders die deze strekking volgden waren [[Erasmus Quellinus II|Erasmus Quellinus de Jongere]], [[Jan van den Hoecke]], [[Pieter van Lint]], [[Cornelis Schut]], en [[Thomas Willeboirts Bosschaert]]. Later in de 17e eeuw was het Anthony van Dyck die een grote invloed liet gelden op schilders als [[Pieter Thijs]], [[Lucas Franchoys de Jongere]], en schilders die geïnspireerd werden door het theatrale van de late barok zoals [[Theodoor Boeyermans]] en [[Jan Erasmus Quellinus]]. Daarnaast bestond er een Vlaamse variant van het [[Caravaggisme]] zoals beoefend door [[Theodoor Rombouts]] en [[Gerard Seghers]].
 
Na de [[Belgische opstand]] in [[1830]] had de jonge natie een grote behoefte aan een eigen identiteit. Door middel van de schilderkunst werden verschillende episoden uit de Belgische geschiedenis aan het grote publiek getoond. De bewoners van [[Gallië|Noord-Gallië]], door [[Julius Caesar]] Belgen genoemd, en mannen als [[Godfried van Bouillon]] werden populaire onderwerpen voor Belgische schilders. De bekendste vertolker van deze historieschilderkunst in de [[romantiek (stroming)|romantiek]] was [[Gustaaf Wappers]]. Daarnaast hebben ook [[Louis Gallait]], [[Ernest Slingeneyer]], [[Nicaise de Keyser]], Henri of [[Hendrik Leys]] en [[Antoine Wiertz]] belangrijke bijdragen geleverd.
 
[[Categorie:Schilderkunst]]