Huisorde van Oranje: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
redactie
Regel 1:
{{Link portaal|Ridderorden}}
De '''Huisorde van Oranje''' is een [[huisorde]], dat wil zeggen een particuliere [[onderscheiding]], die op 19 maart 1905 door koningin [[Wilhelmina der Nederlanden|Wilhelmina]] werd ingesteld. De orde wordt verleend aan Nederlanders, inwoners van de overzeese rijksdelen en vreemdelingen die zich verdienstelijk hebben gemaakt ten aanzien van de koning(in) of het [[Koninklijk Huis (Nederland)|Koninklijk Huis]]. Het hoofd van het Huis van Oranje-Nassau is per 30 november 1969 automatisch [[Grootmeester (ridderorde)|grootmeester]] van de orde.<ref>Aangaande de Huisorde van Oranje, luidt het eerste artikel (sinds 30 november 1969): "Het hoofd van het Huis van Oranje-Nassau is grootmeesterGrootmeester van de Huisorde van Oranje" (zie: C.P. Mulder en P.A. Christiaans, ''Voor Ons en Ons Huis. Meer dan honderd jaar Huisorde van Oranje 1905-2005'' (2011), 's-Gravenhage, 2013, p. 92)</ref> De opeenvolgende hoofden waren de Nederlandse koninginnen Wilhelmina, [[Juliana der Nederlanden|Juliana]] en [[Beatrix der Nederlanden|Beatrix]]. Koning Willem-Alexander der Nederlanden is het huidige hoofd en dus ook grootmeester.
Eerder was bepaald dat de grootmeester zijn of haar opvolger zelf aanwees.
 
Regel 26:
Deze op 30 november 1969 ingestelde [[Orde van Trouw en Verdienste]] van het Huis Oranje-Nassau strekt tot onderscheiding van hen die het Koninklijk Huis door verdienstelijke en karaktervolle vervulling van hun taak of verrichting van hun dagelijks werk, eervol en trouw terzijde hebben gestaan. Alleen Nederlanders en inwoners van de overzeese gebiedsdelen komen hiervoor in aanmerking.
 
De Ordeorde kent twee graden:
*Kruis in goud
Dit kruis wordt aan een 37 millimeter breed lint op de linkerborst gedragen.
Regel 120:
De [[Grondwet]] leek duidelijk: "Ridderorden worden bij wet ingesteld" zo staat en stond daar al sinds [[1815]] te lezen. De instelling van een Orde kon dus niet buiten de kamers om geschieden en de Orde van de Eikenkroon vervulde de rol van de huidige [[Orde van Oranje-Nassau]].
 
=== Het ontstaan van de Huisordehuisorde ===
In de negentiende eeuw was al door Kamerledenkamerleden de mogelijkheid geopperd om een huisorde in te stellen zodat het aantal benoemingen in de als exclusief ervaren Orde van de Nederlandse Leeuw, en ook het beslag op de rijksbegroting door het decoreren van de familie en relaties van de koning, af zou nemen. Het kwam er niet van.
 
Op 23 november 1890 overleed koning [[Willem III der Nederlanden|Willem III]] en op datzelfde moment gingen twee van de vier ridderorden voor Nederland verloren.<br />
Koningin [[Wilhelmina der Nederlanden|Wilhelmina]] volgde haar vader immers wél op in Nederland, maar niet in Luxemburg. Zo ging de Luxemburgse Orde van de Eikenkroon voor de Nederlandse Kroon verloren., Willemom IIIreden wasdat zoWillem onverstandig geweest omIII de [[Huisorde van de Gouden Leeuw van Nassau|Orde van de Gouden Leeuw van Nassau]] bij de oprichting op 31 maart 1858 formeel tot Luxemburgse Orde tehad bestemmenbestemd.<br /> De Orde van de Gouden Leeuw van Nassau was daarmee een huisorde in het Hertogdom Nassau en een staatsorde in Luxemburg. De Orde werd immers gedeeld met de oudere, Ottoonse, tak van het Huis Nassau, dat in het [[Hertogdom Nassau|Hertogdom]] van die naam regeerde. Nu volgde op grond van het [[huisverdrag]] diezelfde, in [[1866]] in zijn eigen hertogdom onttroonde, Nassause hertog zijn verre Nederlandse verwant op in Luxemburg.
 
Al bij de begrafenis van de koning moesten veel hoge bezoekers volgens het protocol gedecoreerd worden en was alleen de Orde van de Nederlandse Leeuw beschikbaar…beschikbaar. Deze tientallen grootkruisen en commandeurskruisen drukten in 1890 zwaar op de begroting.<br />
De Tweede Kamer was niet te spreken over de aanvullendeextra begrotingkosten en men vroeg om inzage in de lijst van gedecoreerden. Ook toen werden onderscheidingen aan vreemdelingen niet in de Staatscourant gepubliceerd. De kamerleden suggereerden ook nu de mogelijkheid om een huisorde te stichten. Op 19 oktober 1891 concludeert de Tweede Kamer dat "De koningin wellicht buiten de wettelijke regeling een huisorde kan instellen". De Tweede Kamer staat dus aan de wieg van de Huisorde van Oranje.
 
In 1892 werd bij wet, zoals de [[grondwet]] dat immers eist, de [[Orde van Oranje-Nassau]] ingesteld. Ook nu brachten de Kamerledenkamerleden de stichting van een huisorde ter sprake. Bij de discussie werd opgemerkt dat een dergelijke orde, zo hij niet bij wet werd ingesteld, ook geen Nederlandse orde zou zijn. Er gebeurde in eerste instantie niets.<br />
Op 19 oktober 1891 lezen we in de handelingen van de Tweede Kamer dat "De koningin wellicht buiten de wettelijke regeling een huisorde kan instellen". De Tweede Kamer staat dus aan de wieg van de huisorde van Oranje.
Na haar inhuldiging en huwelijk heeft koningin Wilhelmina veel gereisd. Daarbij moesten naar de zede van de tijd vele tientallen decoraties worden verleend. De Tweede Kamer maakte in 1900 en 1901 dan ook bezwaar tegen de forse overschrijdingen van de begroting, die voortkwamen uit de inhuldiging, het bezoek aan de Wereldtentoonstellingwereldtentoonstelling in Parijs en het koninklijke huwelijk.
 
Als reactie op deze kritiek schreef koningin Wilhelmina in 1903 aan de minister van Financiën dat zij ''"de decoratiën aan vreemdelingen, zowel bij Hoogstederzelven reizen als bij die van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden voor eigen rekening zou nemen"''. De koningin zou daarmee het voorbeeld van haar vader hebben gevolgd. De brief werd in het [[Kabinet der Koningin|Kabinet van de Koningin]] ad acta gelegd. Het is onbekend of er ooit gevolg aan de toezegging is gegeven.
In 1892 werd bij wet, zoals de [[grondwet]] dat immers eist, de [[Orde van Oranje-Nassau]] ingesteld. Ook nu brachten de Kamerleden de stichting van een huisorde ter sprake. Bij de discussie werd opgemerkt dat een dergelijke orde, zo hij niet bij wet werd ingesteld, ook geen Nederlandse orde zou zijn. Er gebeurde in eerste instantie niets.<br />
Na haar inhuldiging en huwelijk heeft koningin Wilhelmina veel gereisd. Daarbij moesten naar de zede van de tijd vele tientallen decoraties worden verleend. De Tweede Kamer maakte 1900 en 1901 dan ook bezwaar tegen de forse overschrijdingen van de begroting die voortkwamen uit de inhuldiging, het bezoek aan de Wereldtentoonstelling in Parijs en het koninklijke huwelijk.
 
Als reactie op deze kritiek schreef koningin Wilhelmina in 1903 aan de minister van Financiën dat zij ''"de decoratiën aan vreemdelingen, zowel bij Hoogstederzelven reizen als bij die van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden voor eigen rekening zou nemen"''.
De koningin zou daarmee het voorbeeld van haar vader hebben gevolgd. De brief werd in het [[Kabinet der Koningin|Kabinet van de Koningin]] ad acta gelegd. Het is onbekend of er ooit gevolg aan de toezegging is gegeven.
In 1904 ondernamen Wilhelmina en [[Hendrik van Mecklenburg-Schwerin|prins Hendrik]] stappen om tot een huisorde te komen. Er is een brief uit februari van dat jaar bekend waarin Hendrik in zijn vaderland, [[Groothertogdom Mecklenburg-Schwerin|Mecklenburg-Schwerin]] laat navragen onder welke voorwaarden de [[Huisorde van de Wendische Kroon]] werd verleend.
Op 24 maart liet de directeur van het Kabinet van de Koningin bij de ministerraad navragen of er grondwettelijke bezwaren tegen het stichten en buiten de "tussenkomst van de Heeren Ministers" verlenen van een huisorde bestonden.
Regel 150 ⟶ 148:
De ministers en de om raad gevraagde [[Raad van State (Nederland)|Raad van State]] en [[Hoge Raad van Adel]] hebben langdurig en diepgaand overlegd maar er is geen overeenstemming bereikt; in een minderheidsstandpunt liet de liberale staatsraad [[Pieter Cort van der Linden]] vastleggen dat een koning zonder de ministers geen regeringsdaden kon verrichten. De meerderheid van de Raad van State achtte het stichten van een huisorde wel mogelijk wanneer deze "geen burgerlijke of militaire diensten aan de staat bewezen" beloont.
 
De Hoge Raad van Adel (zij kende vijf leden) was ook verdeeld. Daar zag men, anders dan in de Raad van State, in meerderheid een Huisordehuisorde als een Ordeorde in de zin van de grondwet. Dat betekende dat de koning geen Huisordenhuisorden kon stichten of verlenen. De minderheid keek vooral naar de grondwettelijke bepaling dat ''"de Koning zijn Huis naar eigen goedvinden inricht"''.
 
Dit laatste argument gaf uiteindelijk de doorslag. De Ministerraad maakte in een brief van 7 januari 1905 geen bezwaar tegen de instelling van een huisorde. Over de kosten werd in geen van de genoemde vergaderingen gesproken en de [[Staten-Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden|Staten-Generaal]] werden niet bij de instelling van de Huisorde van Oranje betrokken.<br />
Gezaghebbende juristen hebben uit het voorgaande geconcludeerd dat de Huisordenhuisorden geen Nederlandse Ordenorden in de zin van de strafwet zijn. Men kan worden vervolgd wanneer men zonder recht een Nederlandse ridderorde draagt. Bij een ten onrechte gedragen Huisordehuisorde is dat niet het geval.
 
Voor het ontwerp van de Orde werden diverse juweliers en edelsmeden benaderd. De keus viel op een ontwerp van de Duitser August Witte. Het [[Kruis (christendom)|ordekruis]] was van goud met een rode bies met een gouden [[Wapen (heraldiek)|wapenschild]] waarop een in blauwe [[Email (glazuur)|emaille]] uitgevoerde hoorn van het [[Oranje (land)|Prinsdom Oranje]] te zien is. De ordespreuk stond in een opengewerkte band tussen de armen van het kruis. Na Witte's overlijden in 1908 werd de fabricage overgenomen door De Koninklijke Utrechtse Fabriek van Zilverwerken (Koninklijke Begeer).
Regel 162 ⟶ 160:
Op 19 maart 1905 stelde koningin Wilhelmina in een in Den Haag opgemaakte acte de Huisorde van Oranje in. De orde was "een eereteken dat kon worden toegekend aan personen, hetzij Nederlanders, hetzij vreemdelingen, die zich verdienstelijk hadden gemaakt ten aanzien van Ons of Ons Huis". Op deze dag benoemde de koningin [[Adolf Jacob Carel van Pallandt van Neerijnen|A.J.C. Baron van Pallandt van Neerijnen]] tot de eerste [[kanselier (ridderorde)|kanselier]] van de Orde.
De eersten die in de orde werden opgenomen waren koningin Emma, Prins Hendrik en Wilhelmina's achternicht prinses [[Marie van Oranje-Nassau (1841-1910)|Marie]], op dat moment de enige prinses der Nederlanden.
Van de mogelijkheid om de Huisorde,huisorde - het leek wel om hùn huisorde te gaan, - te verlenen, maakten Wilhelmina, Hendrik en Emma royaal gebruik. Ook de prins-gemaal en de voormalige regentes namen een aantal huisorden mee op reis om deze naar het uitkwam te verlenen. Aan deze spontane verleningen die later door een besluit van de grootmeesteres werden gesanctioneerd kwam na enige tijd een einde.
Een bijzondere verlening van de Huisorde was de benoeming tot "[[eredame]]" in de Huisorde van prinses [[Juliana der Nederlanden|Juliana]]. Koningin Wilhelmina benoemde zichzelf bij die gelegenheid ook tot eredame. Daarmee werd onderstreept dat deze rang niet hoger of juist lager is dan die van de grootkruisen. Achttien jaren na haar troonsafstand werd Juliana, opnieuw prinses, door haar dochter in 1998 tot Grootkruis benoemd.
 
De [[Grootmeester (ridderorde)|grootmeesteres]] van het Pruisische hof, gravin van Brockdorff, geboren baronesse de Loën, kreeg een Huisorde met [[Onderscheidingen met briljanten|diamanten]] verleend. Anders dan in het in deze zaken royalere Duitsland vaak het geval was ging het om splintertjes die de naam "[[briljant]]" nauwelijks mogen dragen.<br /> Deze bijzondere, in de statuten niet voorziene en eenmalig gebleven, benoeming tot Eredame "met briljanten" was om protocollaire redenen nodig. Het hof van de Duitse keizer en keizerin was zo groot en in zoveel rangen en standen verdeeld dat het protocollair nodig was om voor de gravin een passende onderscheiding in het leven te roepen.
 
Keizer [[Willem (voornaam)|Wilhelm]] van Duitsland toonde zich vereerd met de ook aan hem verleende orde,. hijHij was zeer gehecht aan zijn titel van "[[Prins van Oranje]]" en trots op zijn afstamming van Willem de Zwijger. Over de kleur van het lint merkte hij op dat dit gelijk was aan dat van zijn "[[Orde van de Zwarte Adelaar (Pruisen)|Hoge Orde van de Zwarte Adelaar]]". De Nederlandse gezant kon de keizer geruststellen, de huisorde wordt over een andere schouder gedragen en verwarring kon daarom niet ontstaan.
 
De dirigent [[Willem Mengelberg|Mengelberg]] werd in 1913 onderscheiden met de gouden Eremedaille voor Kunst en Wetenschap. Hij deelde deze eer met de dichter [[Willem Kloos (dichter)|Willem Kloos]], die de medaille in zilver verleend kreeg.
 
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden vier jaar alleen jubilea van hovelingen aangegrepen om huisorden te verlenen. In 1918 werden de eerste [[Eremedaille voor Voortvarendheid en Vernuft|Eremedailles voor Voortvarendheid en Vernuft]] verleend. Een aantal officieren kreeg een onderscheiding voor technische innovaties en in het geval van [[Henri Koot]] voor het ontcijferen van de codetelegrammen van andere regeringen. In 1924 volgden de drie bemanningsleden van de [[Uiver]], het eerste vliegtuig dat naar Nederlands-Indië vloog. Zij ontvingen de medaille in zilver.
In 1918 werden de eerste [[Eremedaille voor Voortvarendheid en Vernuft|Eremedailles voor Voortvarendheid en Vernuft]] verleend. Een aantal officieren kreeg een onderscheiding voor technische innovaties en in het geval van [[Henri Koot]] voor het ontcijferen van de codetelegrammen van andere regeringen. In 1924 volgden de drie bemanningsleden van de [[Uiver]], het eerste vliegtuig dat naar Nederlands-Indië vloog. Zij ontvingen de medaille in zilver.
 
In de jaren '20 en '30 van de twintigste eeuw leek koningin Wilhelmina uitgekeken te zijn op haar huisorde in het bijzonder en ridderorden in het algemeen. Steeds wanneer de begroting besproken werd, drong Wilhelmina er op aan de orde te schrappen. Haar [[hofcommissie]], een raad van haar grootofficieren, voelde daar niet voor en van opheffing of versobering kwam niets.
 
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verleende de koningin geen huisorden. Bij terugkomst in Nederland bepaalde zij, op 12 november 1945, dat er uitsluitend eremedailles en kruisen van verdienste zouden worden toegekend. Tot Wilhelmina's teleurstelling nam het leven in Nederland al snel weer zijn oude gangetje en de hofcommissie wist al in december de verlening van decoraties, er waren ook grootkruisen bij, aan geallieerde militairen door te zetten. In januari volgden de eerste Nederlanders.
 
Na de oorlog werd de Huisorde [[zuivering (Nederland)|gezuiverd]], waarbij men de statutaire procedure die daarvoor was voorzien negeerde. Koningin Wilhelmina stelde op 11 maart 1947 vast dat een "eerloze daad" zou leiden tot uitsluiting uit de Huisorde. [[Willem Mengelberg|Mengelberg]], die in de oorlog had gedirigeerd, terwijl [[Arthur Seyss-Inquart]] in de zaal zat, verloor zijn gouden ere-medaille door een niet gelegitimeerd besluit van koningin Wilhelmina. In 1945 werden de bevelhebbers van de geallieerde legers die Nederland bevrijdden met hoge onderscheidingen vereerd. Naast de [[Militaire Willems-Orde]], de [[Orde van de Nederlandse Leeuw]] en de [[Orde van Oranje-Nassau]] werd daarbij ook gebruikgemaakt van de Huisorde van Oranje.
In 1945 werden de bevelhebbers van de geallieerde legers die Nederland bevrijden met hoge onderscheidingen vereerd. Naast de [[Militaire Willems-Orde]], de [[Orde van de Nederlandse Leeuw]] en de [[Orde van Oranje-Nassau]] werd daarbij ook gebruikgemaakt van de Huisorde van Oranje.
 
=== De Huisordehuisorde onder koningin Juliana ===
[[File:Nederlandse sterren tweemaal de Huisorde van Oranje.jpg|right|160px|Ster en de door koningin Juliana afgeschafte plaque]]
Juliana was EredeameEredame in de Huisorde van Oranje. Deze graad, die in de statuten geen plaats in de hiërarchie van de graden van de orde kreeg, werd haar door haar moeder toegekend. Als koningin en grootmeesteres heeft Juliana zichzelf niet tot Grootkruis in de orde benoemd. Ster en grootkruis lagen wel op een kussen voor haar baar in [[Paleis Noordeinde]].
De eerste decennia van haar regering werd de Huisorde als altijd verleend, maar in de jaren '60 toen ook vruchteloze pogingen werden ondernomen om het stelsel van de Nederlandse staatsorden een meer eigentijds karakter te geven heeft de koningin daarbij ook de Huisorde betrokken. Deze orde voldeed in de ogen van de vorstin niet meer; er waren rangen en graden die nooit werden verleend en een orde met zoveel graden paste niet meer in de meer en meer egalitaire maatschappij. Zij wenste een herziening die de rechten van het lagere hofpersoneel niet zou aantasten en waarbij de hogere rangen vooral voor verdienste en niet bij jubilea zouden worden verleend.
 
De [[commissie Houben]] heeft de koningin desgevraagd geadviseerd om geen huisorden meer te verlenen bij [[staatsbezoek]]en en in het vervolg Nederlanders buiten de koninklijke familie alleen nog in de laagste graad van de Ordeorde te benoemen. Later kon dan bevordering volgen. De commissie adviseerde ook de instelling van een [[Orde van Trouw en Verdienste]] met ridders in twee graden.
 
De uiteindelijke ingreep van de koningin was zeer excentriek en eigengereid; toen de [[Kanselier (historisch)|kanselarij]] van de Huisorden niet met een voor haar bevredigend voorstel kwam, heeft de koningin op 30 november 1969 in een hofbesluit de orde in drieën gehakt. Er ontstonden dus drie orden die samen één huisorde zijn. Dat is juridisch vreemd, maar niet onmogelijk. Dat deze huisorden geen leden of ridders kennen en er alleen "kruisen" zijn, is niet te verenigen met de aard van een ridderorde. Een orde is immers een instituut die een groep mensen omvat en van oudsher een gemeenschap is.<br />
Er ontstonden dus drie orden die samen één huisorde zijn. Dat is juridisch vreemd, maar niet onmogelijk. Dat deze huisorden geen leden of ridders kennen en er alleen "kruisen" zijn, is niet te verenigen met de aard van een ridderorde. Een orde is immers een instituut die een groep mensen omvat en van oudsher een gemeenschap is.<br />
Het vermijden van de term "[[ridder (titel)|ridder]]" in de vernieuwde huisorde is een omstreden ingreep van de vorstin.
 
In afwijking van het ingebrachte advies werd er ook een [[Kroonorde (Nederland)|Kroonorde]] ingesteld die, zo staat in het hofbesluit te lezen, bij [[staatsbezoek]]en dienst zou doen. Ook nu kwam van een scheiding van de Huisordenhuisorden en Staatsordenstaatsorden niets terecht.
 
Een door de koningin en prins zeer gewaardeerde [[Engelandvaarder]], [[Sally Noach|J.S. Noach]], werd in 1969 met een erekruis in de Huisorde onderscheiden, omdat hij het [[Kruis van Verdienste (Nederland)|Kruis van Verdienste]] niet had gekregen. Hier werd de huisorde dus meteen weer gebruikt om de onderscheidingen van de staat aan te vullen.<br />
 
De koningin verleende Grootkruisen in de Huisorde aan haar schoonzoons [[Claus van Amsberg]] en [[Pieter van Vollenhoven]]. Ook prins [[Carlos Hugo van Bourbon-Parma]] waswerd bij zijn huwelijk nog het Grootkruis in de Huisorde verleend. De volgende schoonzoon, [[Jorge Guillermo]] werd, hij was immers geen Nederlands onderdaan, grootkruis in de Kroonorde.<br />
 
Een door de koningin en prins zeer gewaardeerde [[Engelandvaarder]], [[Sally Noach|J.S. Noach]], werd in 1969 met een erekruis in de Huisorde onderscheiden omdat hij het [[Kruis van Verdienste (Nederland)|Kruis van Verdienste]] niet had gekregen. Hier werd de huisorde dus meteen weer gebruikt om de onderscheidingen van de staat aan te vullen.<br />
De koningin verleende Grootkruisen in de Huisorde aan haar schoonzoons [[Claus van Amsberg]] en [[Pieter van Vollenhoven]]. Ook prins [[Carlos Hugo van Bourbon-Parma]] was bij zijn huwelijk nog het Grootkruis in de Huisorde verleend. De volgende schoonzoon, [[Jorge Guillermo]] werd, hij was immers geen Nederlands onderdaan, grootkruis in de Kroonorde.<br />
Na de bezetting van de Franse Ambassade in Den Haag heeft koningin Juliana op 19 september 1974 haar tevredenheid over de afwikkeling van deze terreuractie betuigd door de vier meest betrokken ministers, Den Uyl, Van Agt, De Gaay Fortman en Van der Stoel, de Ere-Medaille voor Voortvarendheid en Vernuft te verlenen. Deze verlening geschiedde niet onder (hun eigen) [[ministeriële verantwoordelijkheid]].
 
=== De Huisordehuisorde onder koningin Beatrix ===
OmdatBij dehet grootmeesterhofbesluit van de1969 Ordewerd zelfBeatrix eenop opvolger30 benoemtapril werd1980 koninginbij Beatrixhaar ininstallatie 1980tot (bijkoningin hofbesluit) totautomatisch grootmeesteres gemaakt. Beatrix maakte spaarzaam gebruik van de Huisordehuisorde. Bij [[staatsbezoek]]en verleende zij geregeld het Grootkruis in de Kroonorde aan de echtgenotes van bezoekende presidenten en ook de hof- en huishoudingen werden met decoraties in de Kroonorde en de Orde van Oranje-Nassau bedacht. Van de in 1905 en in 1968 nagestreefde scheiding van de staats- en huisorden is ook tijdens haar regering niets terechtgekomen. De intentie was er wel, maar de protocollaire realiteit dwong het hof en het Ministerie van Buitenlandse Zaken steeds weer tot concessies. De invoering van de [[Herinneringsmedaille Buitenlandse Bezoeken]] heeft ervoor gezorgd dat er minder vaak een beroep op de huisorden en de Orde van Oranje-Nassau hoefde te worden gedaan.
 
Opvallend zijn de vele huisorden, het ging uiteraard meestal om erekruisen, die aan de artsen van de veelvuldig zieke prinsen [[Claus van Amsberg|Claus]] en [[Bernhard van Lippe-Biesterfeld|Bernhard]] werden verleend. Beatrix' persoonlijke voorkeur en interesse blijkt uit de toekenning van de Eremedaille voor Kunst en Wetenschappen aan Nederlandse en buitenlandse kunstenaars. Koningin Beatrix heeft de schrijfster [[Hella S. Haasse|Hella Haasse]], de ballerina [[Alexandra Radius]], dirigent [[Bernard Haitink]], de beeldhouwer [[André Volten]], [[Carel Birnie]] van het Nederlands Danstheater, de cellist en dirigent [[Mstislav Rostropovitsj]] met deze prestigieuze eremedaille onderscheiden, enevenals de kunsthistoricus [[Rudi Fuchs]].
 
De sterren en grootlinten van de Huisorde van Oranje werden tijdens de laatste regeringsjaren van koningin Beatrix op [[prinsjesdag]] gedragen door de Nederlandse prinses [[Laurentien Brinkhorst|Laurentien]]. De sterren en linten lagen ook voor de kisten van de opgebaarde prinsen Claus en Bernhard en voor de baar van prinses Juliana.
Regel 209 ⟶ 206:
 
== Literatuur ==
* C.P. Mulder en P.A. Christiaans, ''Voor Ons en Ons Huis. Meer dan honderd jaar Huisorde van Oranje 1905-2005 (2011)''. 's-Gravenhage, 2013.
* C.P. Mulder en P.A. Christiaans, ''Onderscheidingen van de Koning-Groothertog, De Orde van de Eikenkroon 1841-1891'' 1999 ISBN 90-804747-11