Boudewijn VII van Vlaanderen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 14:
'''Boudewijn VII''' bijgenaamd '''''Hapkin''''' ofwel '''''met de Bijl''''' (?, [[1093]] – [[Roeselare]], [[17 juni]] [[1119]]) was [[Lijst van graven van Vlaanderen|graaf van Vlaanderen]] van [[1111]] tot aan zijn dood.
 
Als zoon van [[Robrecht II van Jeruzalem]] en van [[Clementia van Bourgondië]], volgde hij, nauwelijks achttien jaar, zijn vader op in 1111. Hij was zelfs nog niet tot ridder geslagen. Zijn vader was gestorven tijdens een expeditie van koning [[Lodewijk VI van Frankrijk]], die hij als vazal vergezelde. De Franse koning Lodewijk VI zorgde voor een snelle opvolging, sloeg hem tot ridder en benoemde hem als [[Graaf (titel)|graaf]]. Hij vreesde immers voor eventuele aanspraken van [[Boudewijn III van Henegouwen]], afstammeling van [[Arnulf III van Vlaanderen]], die het [[graafschap Vlaanderen]] ontnomen was door [[Robrecht I van Vlaanderen|Robrecht ''de Fries'']]. De Franse koning verzekerde zich hierdoor van de loyale steun van het graafschap Vlaanderen in zijn strijd tegen de Engelse koning [[Hendrik I van England|Hendrik I]].
 
Aanvankelijk deelde hij het bestuur met zijn moeder [[Clementia van Bourgondië]]. Maar reeds in [[1113]] kwam hij in conflict met haar. Het ging om haar weduwengoed, haar toegezegd door Robrecht ''de Fries'' bij haar huwelijk met Robrecht II. Het ging om een omvangrijk gebied, misschien wel een derde van het graafschap Vlaanderen. Boudewijn VII aanzag dit terecht als een ernstige aantasting van zijn gezag en zijn financiële middelen. Zij dreigde, met behulp van bisschop Lambert van Atrecht, de zaak aan te spannen voor de Vlaamse edellieden in de Vlaamse curia of zelfs voor de Franse koning, als opperrechter. Later is echter alles in der minne geregeld met de graaf als hoeder van de gronden van zijn moeder.