Landstorm: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎De bevrijdingsoorlog 1813-1815: Van Os was kapitein van de landstorm van Loosdrecht, niet Kortenhoef.
Regel 12:
Landstormmannen dienden hun eigen wapens mee te nemen; ingeval geen wapens voorhanden waren, werden pieken uitgereikt. In het [[Legermuseum]] te [[Delft]] bevinden zich nog enkele exemplaren. Op prenten is te zien hoe sommige mannen met hooivorken waren bewapend. Naast de piek of de jachtbuks diende elke man een 'zijdgeweer' mee te nemen, te weten een sabel of kleine bijl, en een stuk gereedschap voor het verrichten van graaf- en belegeringswerkzaamheden.
 
De landstormbataljons namen gedurende de [[bevrijdingsoorlog]] van [[1813]]-[[1814]] veelvuldig deel aan het belegeren van Franse garnizoenen. Zo werd [[Delfzijl]] belegerd met behulp van 19 bataljons landstorm uit onder meer [[Winschoten]]. De kapitein van de landstorm van [[KortenhoefLoosdrecht]], de schilder P.G. van Os, heeft van het beleg van Naarden een serie schilderijen en prenten gemaakt, waarop manschappen van zijn compagnie zijn te zien. Nadat [[Napoleon Bonaparte]] in [[1815]] definitief werd verslagen o.a. met behulp van de [[Militie|landmilities]] die geformeerd waren n.a.v. het Reglement van Algemeene Volkswapening voor de verdediging van het vaderland die naast infanterie ook artillerie hadden (deze vochten o.a. bij [[Slag bij Quatre Bras|Quatre Bras]] en [[Slag bij Waterloo|Waterloo]]), werden de eenheden ontbonden.
 
== Belgische opstand ==