Lassen met beklede elektrode: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
PO2 (overleg | bijdragen)
versie van 87.64.144.138 van 8 feb 2014 13:19 (40350529) teruggeplaatst
Regel 22:
 
==Proces==
[[Afbeelding:SMAW area diagram.svg|thumb|right|250px|1. bekleiedingbekleding; 2. elektrode; 3. beschermgas; 4. smeltbad; 5. werkstuk; 6. lasrups; 7. slak]]
Bij booglassen met beklede elektrode wordt een [[gasontlading|elektrische boog]] getrokken tussen het werkstuk en de elektrode. Deze boog zorgt voor de warmte die nodig is om het werkstuk en de elektrode te laten smelten. De elektrode bestaat uit een metalen kerndraad en een bekleding. De kerndraad geleidt de stroom en dient tevens als toevoegmateriaal. Als de boog ontstoken is zullen de kerndraad en de bekleding gaan smelten. Door de stoffen die in de bekleding zijn toegevoegd komen er gassen vrij die helpen de boog in stand te houden en die het vloeibare materiaal beschermen tegen de invloeden van de buitenomgeving. Ook vormt er zich uit de bekleding een [[Slak (las)|slak]] die over de uiteindelijke las heen zit, en daardoor tijdens het afkoelen ook dient voor bescherming tegen de invloeden van de buitenomgeving. Verder kan de bekleding extra [[legering]]selementen bevatten, ijzerpoeder om het rendement van de las te verhogen en gemakkelijk te ioniseren stoffen zodat de boog stabieler wordt.
 
Regel 29:
==Types elektrodebekleding==
Er zijn drie hoofdgroepen elektrodebekleding:
*[[Rutiel]], met een hoog gehalte aan [[Siliciumdioxide|SiO<sub>2</sub>]] en [[Titanium(IV)oxide|TiO<sub>2</sub>]]. Dit lastype wordt het meest toegepast. De lasboog is relatief zacht en er worden minder spatten gegenereerd. Het is hiermee mogelijk in alle posities te lassen. De elektrode ontsteekt gemakkelijk en het lasmetaal vloeit goed aan dataan de te verbinden delen. Het zorgt voor lassen met goede mechanische sterkte, ook qua [[vermoeiing]].
*[[Basisch]], met een hoog gehalte aan krijt ([[calciumcarbonaat]]) en [[fluoriet]] ([[calciumfluoride]], vloeispaat). Dit zorgt voor een zuiver schoon lasbad en een las met zeer laag waterstofgehalte, waardoor de las een zeer hoge kerftaaiheid krijgt. Vergeleken met de rutielelektrode is de lasbaarheid minder goed: het geeft een grove las en de slak is minder eenvoudig te verwijderen.
*[[Cellulose]] (houtmeel), met een hoog gehalte aan cellulose in de bekleding. Dit zorgt weliswaar voor veel rook en spatten tijdens het lassen, maar het lassen gaat snel, er kan in alle posities gelast worden, het is mogelijk om relatief grote openingen te overbruggen en de las is relatief diep en ongevoelig voor [[corrosie]]. Een nadeel is wel het hoge waterstofgehalte, waardoor er een risico is op [[Warmte-beïnvloede zone|koudscheuren]].