Brief van Paulus aan de Romeinen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MrBlueSky (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door Randomgast12 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door ErikvanB
Mattflorence (overleg | bijdragen)
Regel 15:
 
==Achtergrond==
De christelijke gemeenschap in Rome, waaraan wie de brief gericht is, werd niet door Paulus gesticht en Paulus heeft deze gemeenschap ook nog nooitniet bezocht op het moment dat hij deze brief schrijft. Hij is dit echter wel van plan, en dat is dan ook de aanleiding voor de brief. Paulus beschouwt zijn werk in [[Anatolië|Klein-Azië]] en [[Macedonië (oudheid)|Macedonië]] als afgerond en hij is van plan om naar [[Spanje]] te reizen. Op weg daarheen wil hij de christenen in Rome een bezoek brengen en hij hoopt dat zij hem ook zullen ondersteunen bij zijn reis naar Spanje. Maar eerst wil hij nog naar [[Jeruzalem]] reizen om daar de opbrengst van een [[collecte]], die christenen in Macedonië en [[Achaea (landstreek)|Achaea]] voor de christenen in Jeruzalem gehouden hebben, heen te brengen. Volgens [[Handelingen van de Apostelen]] is het echter niet helemaal zo gelopen als Paulus verwacht had: hij wordt in Jeruzalem gearresteerd en, nadat hij als Romeins burger een [[Hoger beroep|beroep]] op de keizer doet, in gevangenschap naar Rome gebracht.
 
De brief werd waarschijnlijk in [[Korinthe (stad)|Korinthe]] geschreven en in Rome afgeleverd door [[Febe]], een dienares (mogelijk een [[diaken|diakones]]) van de gemeente in Kenchreeën.<ref>Of: Kenchrea; dat is de haven van Korinthe. Romeinen 16:1</ref> De brief werd door ene Tertius voor Paulus opgeschreven. Paulus verbleef in Korinthe bij Gajus.<ref>Romeinen 16:23; [[De eerste brief van Paulus aan de Korintiërs|1 Korintiërs]] 1:14)</ref> De genoemde Erastus was beheerder van de financiën van de stad (mogelijk was hij een [[Quaestor (Rome)|questor]], maar de precieze betekenis van het gebruikte Griekse woord, ''oikonomos'', is in dit verband niet duidelijk).<ref>Hij wordt ook genoemd in [[Tweede brief van Paulus aan Timoteüs|2 Timoteüs]] 4:20</ref>