Oppervlaktegetrouwe projectie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Men kan men bij een oppervlaktegetrouwe projectie van een bepaald type vaak nog een of meer parameters kiezen. Bij cilinderprojectie kan men de kaart eenvoudig met een constante factor in één richting uitrekken of comprimeren. De oppervlaktegetrouwheid
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7:
Men kan men bij een oppervlaktegetrouwe projectie van een bepaald type vaak nog een of meer parameters kiezen. Bij cilinderprojectie kan men de kaart eenvoudig met een constante factor in één richting uitrekken of comprimeren. De oppervlaktegetrouwheid blijft dan uiteraard behouden. Zo kan men locaties (bijvoorbeeld een breedtegraad) kiezen waarop een vierkantje op Aarde een vierkantje op de kaart is.
 
Bij azimutale en kegelprojecties ligt dat iets ingewikkelder. Afhankelijk van de parameterkeuze kan men bij de ene pool (op een wereldkaart meestal de noordpool) ruimte overhouden (de noordpoolpool wordt afgebeeld als een cirkel, respectievelijk een deel van een cirkel) of tekortkomen (het centrale punt, respectievelijk de punt van de kaart, representeert een parallel). In het laatste geval (dat met name bij kegelprojectie kan voorkomen) laat men de kaart dan soms niet verder doorlopen dan tot een parallel die wat zuidelijkerverder parallelvan de pool afligt, zodat duidelijk is dat de kaart niet tot de noordpoolpool gaat.
 
Voorbeelden van oppervlaktegetrouwe projecties zijn: