Appomattoxveldtocht: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 26:
Noordelijke troepen onder leiding van luitenant generaal [[Ulysses S. Grant]] belegerden de stad [[Petersburg (Virginia)|Petersburg]] en het leger van Lee sinds juni [[1864]]. De twee legers hadden de winter doorgebracht in een goed uitgebouwd loopgravenstelsel die uiteindelijk 56 km lang werden. Grant probeerde tijdens de winter de vijandelijke linie te flankeren in westelijke richting. Daarop werden de Zuidelijke linies telkens uitgebreid om de bewegingen van Grant te compenseren. Om deze afstand aan loopgraven te kunnen blijven verdedigen moesten de Zuidelijken hun troepen sterk verspreiden, wat resulteerde in een bezetting van 625 man per kilometer. Lee wist dat zijn leger deze belegering niet zou overleven als hij geen mogelijk vond om de stad te evacueren. De lente kwam eraan. De stortbuien stopten en de modderige wegen werden weer min of meer begaanbaar. Nu achtte Lee de tijd rijp om zijn leger te evacueren uit [[Petersburg (Virginia)|Petersburg]].
De Appomattoxveldtocht was voorafgegaan door de onsuccesvolle poging van de Zuidelijken om de belegering te doorbreken. Bij de [[Slag bij Fort
Lee was ondertussen benoemd tot bevelhebber van alle Zuidelijke troepen. (Hij was drie jaar bevelhebber geweest van de troepen in Virginia.) Hij stelde een plan op om zijn leger uit de belegering van Petersburg te halen. Daarna zou hij zijn leger in zuidwestelijke richting terugtrekken in de richting van [[Lynchburg (Virginia)|Lynchburg]]. Daar kon hij zijn soldaten bevoorraden. Daarna zou hij in zuidelijke richting marcheren waar hij aansluiting zou kunnen vinden met het leger van generaal [[Joseph E. Johnston]] in [[North Carolina]]. Hij hoopte eveneens om met deze beide legers de strijdmacht van generaal-majoor [[William T. Sherman]] te verslaan om daarna samen het leger van Grant te vernietigen. Ter voorbereiding van de uitbraakpoging stuurde Lee zijn eenheden naar zijn rechterflank.
|