Graafschap Katzenelnbogen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 43:
==Katzenelnbogener erfstrijd==
Na het uitsterven van Hessen-Marburg in 1500 brak er een successiestrijd uit tussen Hessen en [[Nassau-Dillenburg]].
Landgraaf [[Willem III van Hessen|Willem van Hessen-Marburg]], de zoon van landgraaf Hendrik en Anna van Katzenelnbogen had het graafschap bij testament vermaakt aan zijn neef [[Willem II van Hessen|Willem II van Hessen-Kassel]]. Zijn zuster [[Elisabeth van Hessen-Marburg|Elizabeth]] die gehuwd was met graaf [[Jan V van Nassau-Dillenburg|Jan van Nassau-Dillenburg]] (de grootvader van Willem van Oranje) maakte ook aanspraak op het graafschap Katzenelnbogen en het kwart van Dietz. Een proces bij het Rijkskamergerecht stelde Nassau in het gelijk. Elizabeth kreeg de helft van de erfenis toegewezen, haar zuster (hertogin Mechtild van Gulik) de andere helft. Hessen weigerde echter het gebied over te dragen. Omdat de graven van Nassau-Dillenburg een goede relatie hadden met keizer Karel V en ze de aanspraken van de zuster in Gulik hadden kunnen overnemen, leken ze toch nog in het bezit te komen van het graafschap. Hessen wist de kwestie te mengen met de rijkspolitiek. Als leider van de protestantse vorsten tegen de keizerlijke politiek negeerde het de uitspraken van de keizer. Na de nederlaag van de protestantse vorsten veranderde de situatie weer totaal.
 
==Katzenelnbogen als deel van Hessen==