LFP-accu: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 32:
Een LFP accu is, mits goed behandeld, niet onveiliger dan bijv. een [[loodaccu]]. Te hoog opladen van een LFP accu, tot meer dan 4.2 V per cel, is niet goed en kan gevaarlijk zijn. Als de accu vol is kan meer elektrische energie niet meer omgezet worden in chemische energie en moet dan afgevoerd worden als warmte. Als de laadstroom niet te hoog is kan dat; het gaat wel ten koste van de levensduur van de accu. Maar bij snellading kan de accu te heet worden en opzwellen. De ontstekingstemperatuur is 270° C.
 
Een goede acculader begint te laden met constante stroom, CC (constant current). De accuspanning wordt daarbij langzaam verhoogd. Als de spanning de maximale waarde bereikt, bijv. 3.7 volt per cel, dan houdt de lader dit voltage enige tijd aan, CV (constant voltage). De laadstroom neemt af. Tenslotte wordt de laadstroom sterk verminderd tot een paar procent van de CC waarde. Een hoge laadstroom, bijv. 100 A voor een accu met 100 Ah (ampere-uur) capaciteit (zie [[LoodaccuAmpère-uur]]), is mogelijk.
 
Niet alle cellen hebben precies dezelfde capaciteit (in Ah). Ze staan in serie dus krijgen dezelfde laadstroom. De cel met de minste capaciteit is het eerste vol. De spanning van die cel loopt op tot bijv. 4 volt, maar de accuspanning is nog onder de maximale waarde omdat de andere cellen nog gemiddeld bijv. 3.5 volt hebben. De acculader laadt dus door. Om te voorkomen dat die ene cel te heet wordt moet een accu die veel cellen heeft en snel opgeladen kan worden, voorzien zijn van een BMS (battery management system) dat de spanning van elke cel meet. Als een spanning te hoog oploopt wordt die cel een beetje ontladen, bijv. over een weerstand die de warmte afvoert. Als er verbinding is tussen BMS en lader kan deze een signaal krijgen de laadstroom te verminderen.
 
== Ontladen ==