Syllogisme: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 1:
Een '''syllogisme''' of '''sluitrede'''<ref name="Axters1937">Axters, S. (1937). ''Scholastiek lexicon Latijn-Nederlandsch.'' Antwerpen: Geloofsverdediging.</ref> is in de [[logica (wetenschap)|logica]] een redenering, die bestaat uit drie [[Propositie|proposities]]: een major[[premisse (syllogistiek)|premisse]], een minorpremisse en een [[conclusie]]. De proposities bevatten een minor term of subject, een major term of [[predicaat (taalkunde)| predicaat]] en een middenterm. In syllogismen komen vier soorten proposities voor:
*Universeel bevestigend (A)
Regel 33:
==Plaats van de syllogistiek in de logica==
Tot in de negentiende eeuw was de Aristotelische logica, waar de syllogistiek de technische inhoud van vormt, het enige gehanteerde systeem. Sindsdien heeft [[Boole]] de [[propositielogica]] en later ([[1879]]) [[Gottlob Frege|Frege]] de [[predicatenlogica]] ontwikkeld. De propositielogica heeft taalkundig een andere benadering dan de syllogistiek: zij kent geen predicaten, maar wel connectieven. Zowel de syllogistiek als de propositielogica zijn te interpreteren binnen de predicatenlogica.
==Literatuurverwijzingen==
{{References}}
[[Categorie:Filosofische terminologie]]
|