Waterkwaliteit: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k liever zo
→‎Ecologische waterkwaliteit: is het een idee een nieuw artikel [[Waterkwaliteit in Nederland][] te schrijven? Deel van de tekst hier kan dan daarheen, dan kan dit een echt overzichtsartikel worden
Regel 7:
 
==Ecologische waterkwaliteit==
De tweede invalshoek is de ecologische waterkwaliteit. Verschillende planten en dieren gedijen bij verschillende waterkwaliteiten. De waterkwaliteit bepaalt daarmee voor een belangrijk deel hoe een biotoop eruit ziet. Dit geldt voor land- en voor waterleven. Van nature is het belangrijkste onderscheid in ecologische waterkwaliteit het zoutgehalte: een zoetwaterplant zal niet in een zout of [[brakwater|brak]] milieu worden aangetroffen. Maar ook subtielere verschillen in zoetwater zijn bepalend voor biotopen. Kalkgehalte, zuurstofgehalte en [[helderheid van het water]] zijn de belangrijkste natuurlijke factoren.
 
Kalkgehalte, zuurstofgehalte en [[helderheid vanHoe het water]] zijn de belangrijkste natuurlijke factoren. Hoe dit ookbovenstaande in de landnatuur doorwerkt wordt bijvoorbeeld geïllustreerd aan de hand van het feit dat de [[maretak]] in Nederland bijna alleen wordt aangetroffen in Zuid-Limburg. De beste verklaring voor dit verschijnsel is dat het water daar veel kalkrijker is dan in de rest van Nederland.<ref> ''NRC Handelsblad'' 18 dec. 2004, rubriek ''Alledaagse Wetenschap'', Karel Knip</ref>
 
Het behoud en herstel van kalkrijke milieus heeft veel aandacht in het Nederlandse natuur- en landschapsbeheer. Kalkrijk water is meestal afkomstig uit [[kwel]], grondwater dat opwelt uit soms grote diepten dat oppervlaktewater voedt of in de wortelzone van planten terechtkomt. Door sterk ontwatering van gebieden met kwel wordt dit water afgevoerd via de sloten. De planten worden vervolgens alleen nog door regenwater gevoed. Dit regenwater is vaak veel zuurder van samenstelling. Hierdoor komt een proces van verdringing op gang. Kalkminnende planten worden "eruit gedrukt" door algemene soorten die vaak sneller groeien en zich effectiever verspreiden onder de nieuwe omstandigheden. Verruiging is het gevolg. Waar eerst [[dotterbloem]] groeide of [[blauwgrasland]] was staat dan alleen [[brandnetel]], [[braam (plant)|braam]] en [[fluitenkruid]]. Dit proces wordt aangeduid met de term "[[verdroging]]".