Koolstofkringloop: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
zie verzoekpagina bots, replaced: tenminste → ten minste met AWB
ColdBOT (overleg | bijdragen)
k Afkortingen voluit, replaced: o.a. → onder andere (3) met AWB
Regel 68:
Een ontwikkeling van leven op basis van koolstof is daarom alleen maar mogelijk wanneer [[organisme]]n de koolstofkringloop benutten en zelf weer een gesloten koolstofkringloop vormen.
 
Opslagvormen van koolstof in organismen zijn organische stoffen en carbonaten (in de regel [[calciumcarbonaat]] CaCO<sub>3</sub>). Het [[skelet]] van zoogdieren is o.a.onder andere opgebouwd uit calciumcarbonaat.
 
De organismen in terrestrische (in de Aarde) [[ecosysteem|ecosystemen]] bevatten 800 Gt C en die in [[zee]]ën 3 Gt C, wat 0,001 % van de totale hoeveelheid koolstof is. Daarmee bevatten de organismen de kleinste hoeveelheid koolstof, maar zijn wel de motor van de kortlopende organische kringloop.
Regel 184:
 
=== Langlopende organische kringloop ===
Hierbij gaat het om biochemische processen, die weliswaar in eerste instantie snel verlopen, maar gekoppeld zijn aan langlopende geologische processen. Daarbij wordt gesedimenteerd organisch materiaal onder [[anoxisch]]e (zonder zuurstof) omstandigheden niet meer volledig afgebroken. Slechts een klein deel wordt door [[anaeroob|anaerobe]] bacteriën in CO<sub>2</sub> omgezet. Door afdekking met verdere sedimentlagen en afzinken in grotere diepten wordt de druk en temperatuur verhoogd. Daardoor worden de van de lucht afgesloten organische bio-moleculen omgezet in [[kerogeen]] (o.a.onder andere [[koolwaterstof]] of [[steenkool]]).
* '''Aardolie''': Uit kerogeengesteente (aardoliemoedergesteente) kan door verdere omzetting aardolie ontstaan. Door migratie ontstaan aardoliebekkens. De oudste aardoliebekkens zijn vermoedelijk 3 miljard jaar oud. De meeste aardolie dateert van 500 tot 1000 miljoen jaar geleden. Het ontstond uit dode planten en dieren in laguneachtige, warme ondiepe zeeën. Door scheuren en spleten in het gesteente konden de gasvormige koolwaterstoffen, vooral [[methaan]] (CH<sub>4</sub>), aan het aardoppervlak komen. In de zee konden bacteriën dit gas als energiebron benutten, waarbij zij het tot CO<sub>2</sub> oxideerden:
<center><math>CH_4 + 2 O_2 \rightarrow CO_2 + 2 H_2O</math></center>Uit de aan de oppervlakte komende aardolie verdampten de vluchtige bestanddelen en bleven de taaivloeibare verbindingen [[asfalt]], aard[[pek]] of [[aardwas]] over (zie ook [[asfaltmeer]]).[[Bestand:Biogeochem Dutch text.jpg|thumb|250px|Langlopende biogeochemische koolstofkringloop]]
Regel 265:
 
=== Schattingen van nieuwe opslagmogelijkheden van koolstof ===
Bebossing en betere cultuurmaatregelen (erosiecontrole, speciale plantensoorten, gebruiksveranderingen van [[plantage]]s, omzetting van bouwland in grasland en andere maatregelen) verhogen de effectiviteit van de fotosynthese en dus de opslag van koolstofdioxide door [[gewas]]sen. Dit verbruik wordt geschat op 1,202 tot 1,589 Gt C per jaar. (De variatie wordt veroorzaakt door de onzekerheid van het geschatte effect van nieuw aangeplante bossen, welke op 0,197 tot 0,584 Gt C per jaar wordt geschat). Hiertegenover staat het vrijkomen van 1,788 Gt C per jaar door afbranden.<ref>Bron: [[Science]], Vol. 288, Mai 2000</ref> De invloed van de oceanen als koolstofopslag op de koolstofkringloop werd o.a.onder andere in 1990-2002 in het internationale onderzoeksproject Joint Global Ocean Flux Study (JGOFS) onderzocht.
 
=== Adsorptie van koolstofdioxide ===