De gouden dolk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 40278258 van 83.82.199.183 (overleg) ongedaan gemaakt
Regel 7:
Jiri neemt aan de kruistocht deel als wapensmid. Andere belangrijke personages zijn '''Oda''', een hofdame die zijn vriendin wordt, '''Arnold''', zijn neef en beste vriend, en '''Tomas''', een Griekse herdersjongen die onderweg wordt opgepikt. Tot Jiri's verbazing en woede loopt ook zijn oudere broer '''Aycan''' mee. Aycan wil namelijk nergens voor deugen, "vindt" (lees: steelt) regelmatig dingen, en laat nu ook zijn vader in de steek die zonder zonen de smidse moet runnen. Later loopt Aycan zelfs over naar de Turken en wordt moslim. Aycan beweert dat hij aan zijn benauwende lot in het dorp wil ontkomen, en in de loop der tijd zal Jiri wat genuanceerder over hem denken.
 
Ook speelt de bovenliggende politiek een rol. Ten eerste is daar de rivaliteit tussen de Franse koning Louis en de Duitse keizer Koenraad, die verhindert dat de Franse en Duitse legers gezamenlijk tegen de moslims optrekken. Tegelijkertijd heeft Louis een en ander te stellen met zijn vrouw, Eleonore, de hertogin van Aquitanië. Niet alleen botert het niet tussen de twee, ook is een groot deel van het leger Aquitaans en dus gehoorzaam aan Eleonore en pas daarna aan Louis. Wanneer Eleonore van haar echtgenoot zou scheiden, zou bovendien Aquitanië voor de Franse kroon verloren gaan. Terwijl Louis zo snel mogelijk naar Jeruzalem wil om vergiffenis te krijgen voor zijn eerdere oorlogsmisdaden, wil Eleonore het [[Vorstendom Antiochië]] beschermen tegen Nour-edNur ad-Din. Tevens vertrouwt de Byzantijnse keizer Manuel de kruisvaarders niet, wat wederzijds is. Manuel is bang dat de kruisvaarders zijn eigen vrede met de Anatolische Turken in gevaar brengt, de kruisvaarders verdenken hem van samenzwering met dezelfde Turken tegen de kruisvaarders.
 
Het leger trekt via Duitsland, Hongarije en Constantinopel naar Anatolië, en probeert dit land in de winter over te steken. De strenge Anatolische winter en Turkse weerstand dunnen de gelederen uit, en gedecimeerd bereikt het leger de zuidkust. Aangekomen in Jeruzalem begaan de leiders de fout om Damascus aan te vallen. Damascus was een vijand van Nour-edNur ad-Din van Edessa en had vrede met de christenen. Door deze aanval wordt de stad in het vijandelijk kamp gedreven. Als Jiri hier een opmerking over maakt, krijgt hij te horen dat "politiek te ingewikkeld voor hem is" en dat hij "zijn mond verder moet houden".
 
Tijdens het beleg van Damascus valt Jiri in handen van de moslims. Uiteindelijk komt hij weliswaar oog in oog te staan met Nour-edNur ad-Din, maar als gevangene. Aycan redt zijn leven wanneer deze Jiri en Arnold wegens brutaliteit wil laten omkomen van de dorst in de woestijn. Hij weet Nour-edNur ad-Din te overtuigen hen te laten gaan. In de woestijn worden Jiri en Arnold bovendien geholpen door een moslimfamilie. Uiteindelijk bereiken ze Jeruzalem en vinden aansluiting met het restant van het kruisleger.
 
Na een moeilijke terugreis keren Jiri en Arnold, inmiddels volwassen, terug in hun dorp. Maar het alledaagse leven valt hen zwaar. Ze vervelen zich dood en realiseren zich nu pas hoe klein het dorp is en hoe bekrompen de mensen: "het zoekraken van een varken wordt al als wereldnieuws ervaren". Jiri probeert de verveling te doorbreken door de Burcht der Kobolden te beklimmen: een steenhoop waarvan men zei dat er kobolden huisden. De steenhoop blijkt een oude grafkelder te zijn, vol schatten. Een van deze schatten is een rijk bewerkte met goud ingelegde dolk. Jiri heeft toch nog zijn Gouden Dolk gevonden! En met dat goud wil hij vertrekken naar [[Parijs]], om daar Oda te vinden, met haar te trouwen, en een leven daar te beginnen.