Regionale geografie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DéRahier (overleg | bijdragen)
Regel 29:
Terwijl de Franse geografen zich bezig hielden met de beschrijving van relatief kleine gebieden, trachtte [[Andrew John Herbertson]] (1865-1915) de wereld in te delen op basis van natuurlijke kenmerken. In 1905 was hij [[Halford Mackinder]] (1861-1947) opgevolgd in Oxford als hoogleraar geografie. Hij had grote invloed op de ontwikkeling van het Engelse aardrijkskundeonderwijs. Voor de ontwikkeling van de regionale geografie is zijn artikel ‘The major natural regions’ uit 1905 van belang. Herbertson ging uit van een organicistische visie op de werkelijkheid. Grote delen van de aarde konden worden vergeleken met macro-organismen. De menselijke groepen vormden in die vergelijking het zenuwstelsel. Voor het onderscheiden van natuurlijke regio’s waren vier criteria van primair belang: klimaat, reliëf, vegetatie en bevolkingsdichtheid. Feitelijk ging het om een indeling van de wereld in klimaatzones. Elke klimaatzone werd onderverdeeld op basis van reliëf- of vegetatiekenmerken.
 
dit is STOM!!! de industrie gebieden zijn vooral gelegen rondom de stad
Herbertsons [[regionalisatie]] werd analytisch genoemd. Hij vertrok van een totaliteit (de wereld) en trachtte die verder te geleden. [[John Frederick Unstead]] (1876-1965) hanteerde een synthetische regionalisatie. Hij begon bij kleine, nog homogene regio’s (stows) en probeerde die samen te voegen tot grotere eenheden. Voor elk gebied veronderstelde hij de aanwezigheid van een bepaalde mate van homogeniteit.
;
 
==Duitsland 1900-1950==