Mari Andriessen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
link van dp naar juiste pagina, replaced: → [[Putten (plaats)| (2) met [[Project:AWB|AWB |
||
Regel 20:
|[[Bestand:Standbeeld wilhelmina in wilhelminapark.JPG|thumb|200px|Het beeld van [[Wilhelmina der Nederlanden|Koningin Wilhelmina]] in het [[Wilhelminapark en omgeving|Wilhelminapark]] te [[Utrecht (stad)|Utrecht]], gemaakt in 1968.]]
|-
|[[Bestand:VrouwtjevanPutten.jpg|thumb|right|200px|''De treurende weduwe'', [[razzia]]monument in [[Putten (
|-
|[[Bestand:Beeld van Albert Plesman aan de Plesmanweg Den Haag.JPG|thumb|200px|right|Beeld van [[Albert Plesman]], onthuld in 1958 bij het toenmalige [[Koninklijke Luchtvaart Maatschappij|KLM]]-hoofdkantoor (nu [[Ministerie van Infrastructuur en Milieu]]) in [[Den Haag]].]]
Regel 42:
Na zijn studie aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam in 1923, kwam Andriessen door zijn katholieke afkomst vooral al snel in aanmerking voor opdrachten van kerken en gelijkgerichte bouwverenigingen. In dit vroegste werk - streng gestileerde gevelstenen en beelden met bijbelse onderwerpen - dreunen de lessen van professor Bronner door en is de hang naar het middeleeuwse onmiskenbaar. Een van zijn eerste commerciële opdrachten was het vervaardigen van drie [[heiligenbeeld|heiligenbeelden]] (hout, 1922) voor een noodkerk in [[Aerdenhout]].
Andriessen werd de meest gevraagde kunstenaar voor oorlogs- en verzetsmonumenten. Bekend zijn [[Represaille de Dreef (Haarlem)|''Man voor het vuurpeloton'']] in [[Haarlem]] ([[brons]], 1949), [[Razzia van Putten|''Het Vrouwtje van Putten'']] in de gelijknamige [[Putten (
Andriessens roem als beeldhouwer van grote beelden leidde tot opdrachten voor monumenten ter ere van gedenkwaardige landgenoten, zoals van [[Cornelis Lely]] op de [[Afsluitdijk]] (brons, 1953), [[Albert Plesman]] in [[Den Haag]] (brons, 1958) en [[Wilhelmina der Nederlanden|Koningin Wilhelmina]] in [[Utrecht (stad)|Utrecht]] en [[Amsterdam]] ([[Wilhelmina Gasthuis]]) ( beiden: brons, 1967). Centraal thema in zijn monumentale werk is de moderne mens die, niet gebonden door een architectonische context, maar geplaatst op een voetstuk, in de vrije ruimte staat. Karakteristiek zijn de krachtige compositie, de heldere opbouw in volumen en de vereenvoudiging van het detail, waardoor de nadruk is komen te liggen op de grote vorm van de plastiek. De boodschap, dramatisch-ingetogen en voor een ieder verstaanbaar, wordt bereikt met louter plastische middelen.
|