Amsterdamse effectenbeurs: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 13:
|}
 
De Amsterdamse beurs is ontstaan toen de [[VereenigdeVerenigde Oostindische Compagnie]], een organisatie die in de 17e en 18e eeuw van de Nederlandse overheid het [[monopolie]] kreeg op de handel met [[Azië]], als eerste bedrijf met verhandelbare [[aandeel|aandelen]] ging werken. Door de grote behoefte aan [[investering]]en werden er verhandelbare delen van het bedrijf verkocht in Amsterdam. Deze eerste verhandelbare aandelen werden aan het [[Damrak]] in Amsterdam verkocht. Hier ontstonden ook de eerste [[optie]]s en [[future]]s.
 
De groeiende goederen- en aandelenhandel maakte dat er behoefte ontstond aan een specifiek voor dit doel gemaakt gebouw. [[Hendrick de Keyser]] ontwierp het eerste gebouw, dat geopend werd in [[1611]]. Het belang van de beurs nam toe naarmate er meer aandelen verkocht werden, waaronder ook die van de [[West-Indische Compagnie]], een met de VOC vergelijkbare organisatie die in de 17e en 18e eeuw van de Nederlandse overheid het monopolie kreeg op de handel met alle koloniën in West-Indië, dat wil zeggen de gebiedsdelen Noord- en Zuid-Amerika en West-Afrika. De toenemende handel en het aantrekken van allerlei verschillende typen investeringsmogelijkheden leidde tot een sterke behoefte aan een regulerend lichaam. In [[1851]] werd de [[Amsterdamse Vereniging voor de Effectenhandel]] opgericht, die de aandelenhandel moest reguleren. Alleen leden van deze organisaties waren gerechtigd om deel te nemen aan de handel op de beurs.