Jan van Krimpen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Samenwerking met Stols: kleine verbeteringen
Regel 71:
 
== Letterontwerper ==
Van Krimpen wist in 1924 niet hoe een dergelijke klus moest worden aangepakt. Hij vroeg aan De Roos hoeom dat aan te pakkenhulp, maar vertelde hem niet over zijn plannen. De eerste letter van Van Krimpen kreeg de naam [[Lutetia (letter)|''"Lutetia"'']]. Die naam verwijst naar de [[wereldtentoonstelling]] in Parijs (1925), waar de letter voor het eerst werd gepresenteerd: Lutetia is de Latijnse naam van [[Parijs]].
 
In 1924 werd ook het eerste nummer de nieuwe reeks van ''De Witte Mier, maandschrift voor de vrienden van boek en prent'' uitgebracht, het typografietijdschrift dat Van Krimpen van 1912-1914 had uitgegeven. Hoofdredacteur was Greshoff, de uitgever was Boosten en Stols. Later werd de redactie uitgebreid met Van Krimpen en Stols. Er verschenen drie jaargangen; eind 1926 werd het opgeheven.
Regel 77:
In 1925 voltooide Van Krimpen ook de cursief voor de Lutetia. Het verschijnen van de ''Lutetia'' was een onaangename verrassing voor S.H. de Roos. Hij was wel bereid zijn kennis te delen met anderen, maar hij was zeer ontstemd over de geheimzinnigheid van Van Krimpen. De Roos en Van Krimpen zouden nooit vrienden worden.
 
Van 18 juli tot 15 augustus was er in het [[Plantin-Moretusmuseum]] in [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] een tentoonstelling over ''Moderne Nederlandsche Boekkunst''. Daarna was deze tentoonstelling te bezichtigen in het Museum van het Boek in Brussel (30 augustus tot 27 september. [[Charles Nypels]] had de catalogus ontworpen, die in de [[Erasmus Mediaeval (lettertype)|Erasmus Mediaeval]] van S.H. de Roos was gezet. In totaal acht nummers van de Palladium-reeksPalladiumreeks waren in deze catalogus opgenomen, tot grote woede van Van Krimpen, die Stols zover kreeg om een boze ingezonden brief te schrijven naar de ''[[Nieuwe Rotterdamsche Courant]]'' (6 oktober 1925). In de krant van 9 oktober kwam het antwoord daarop van De Roos.
 
Van Krimpens nieuwe letter, de Lutetia, werd officieel voor de eerste keer gebruikt in een catalogus van de Nederlandse bijdragen aan de tentoonstelling ''"Exposition internationale des arts décoratifs et industriels modernes"'' in Parijs. Het letterontwerp werd bekroond met een hoge onderscheiding, een Grand Prix. 'Strength with delicacy, grace with dignity' was het commentaar van [[Bruce Rogers]].
 
In 1925 trad Van Krimpen bij Enschedé in dienst. Tot aan zijn dood zou hij nauw met de drukkerij verbonden blijven. Op 1 augustus 1925 schreef hij een stuk in het ''[[Algemeen Handelsblad]]''. S.H. de Roos werd zeer geprezen, maar het tijdschrift ''Wendingen'' en de "zogenaamde" typografie van architect [[Hendricus Theodorus Wijdeveld|H.Th. Wijdeveld]] kregen veel kritiek.
Regel 85:
Uit 1926 (12 januari) stamt het eerste briefcontact met Stanley Morison. In het vijfde nummer van ''The Fleuron'' besprak Morison de Lutetia. Van Krimpen verzorgde de typografie en de band van de omvangrijke roman van [[Israël Querido]], ''Misleide Majesteit''. Voor zijn bandontwerp ontving hij 40 guldens. De luxe editie van het boek (op geschept papier, in heelperkament gebonden) kostte in de winkel 90 gulden. Ook verzorgde hij de band van de eerste roman van [[Victor van Vriesland]], ''Het afscheid van de wereld in drie dagen''. Hij tekende ook voor het eerst een drukkersembleem voor Querido. Na 1931 zouden daarvan nog vele volgen.
 
Bruce Rogers publiceerde in 1927 zijn boek: ''"Ancient Books and Modern Discoveries"''. Dit boek is geheel gezet in de Lutetia (behalve de "e", "m" en "n", die Rogers vervangen had door de [[Caslon|Caslon Old Face]] van [[Linotype]]. In hetzelfde jaar stopte Van Krimpen met zijn werk voor de Palladium-reeks. Later (1930) in het zevende nummer van "The Fleuron" gaf hij aan waarom: ''het tijdperk van "more or less uniform series, and that of books as primarily decorative objects" was voorbij.''
 
Oliver Simon schafte de Lutetia aan voor de [[Curwen Press]] in Londen. [[D.B. Updike]] deed hetzelfde voor de [[Merrymount Press]] in Boston, evenals [[Edwin Grabhorn]] voor de [[Grabhorn Press]] in San Francisco.