Quast: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Poets, ten behoeve van de leesbaarheid
→‎Adelsaanspraken: verduidelijking
Regel 12:
* De rechtmatigheid van de adelsverheffing van Johann Anton Quast en daarmee diens nakomelingen
* Daar dit in een andere tak van de familie speelde dan die waartoe de indieners behoorden: adoptie van hun voorvader door een lid van de adellijke tak
* De wettelijke mogelijkheid dat buitenlandse adel bij de Nederlandse wordt ingelijfd<ref>Hierbij is reciprociteit, of wederkerigheid, van essentieel belang: zulks is alleen mogelijk als Nederlandse adel ook in de adel van het betreffende land kan worden opgenomen. Daar Duitsland sinds 1919 geen adel meer kent, is zoiets met Duitse adel niet mogelijk.</ref>
Het verzoek tot inlijving werd in 1996 en 1997 door de minister afgewezen omdat Duitsland geen met Nederland vergelijkbaar adelsstatuut heeft. De betrokken nakomelingen hebben hiertegen achtereenvolgens beroep ingesteld bij de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage en bij de Raad van State. Beide beroepen werden ongegrond verklaard, waarmee de ministeriële afwijzingen van de verzoeken tot inlijving werden bevestigd. <ref>De Raad van State concludeerde:<br />
''"De rechtbank heeft evenwel terecht geen aanleiding gevonden de minister niet te volgen in diens conclusie, die hij heeft gebaseerd op rapportages van de Hoge Raad van Adel, dat Duitsland, dat moet worden beschouwd als rechtsopvolger van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie, de adel in 1919 bij wet heeft afgeschaft. Artikel 109, derde lid, tweede volzin, van de Grondwet van de Republiek Weimar van 1919 Weimarer Reichsverfassung) luidt immers als volgt: "Öffentlich-rechtliche Vorrechte oder Nachteile der Geburt oder des Standes sind aufzuheben. Adelsbezeichnungen gelten nur als Teil des Namens und dürfen nicht mehr verliehen werden". Openbare voorrechten van geboorte en stand zijn middels deze bepaling sedertdien blijvend opgeheven. Onder meer de voorheen adellijke titel "Freiherr" maakt vanaf 1919 uitsluitend onderdeel uit van de geslachtsnaam. De overgang van dit onderdeel van de naam wordt in Duitsland niet beheerst door adelrechtelijke bepalingen, maar door regels van naamrecht, zoals geregeld in het Bürgerliches Gesetzbuch.''"</ref><ref>Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, ''[[AB Rechtspraak Bestuursrecht]]'' 2003, 317 met noot van mr. I. Sewandono.</ref> De besluiten van de minister, alsmede de rechterlijke uitspraken, gaan alleen over de derde kwestie. Over de adelsverheffing en de adoptie hebben zij zich niet uitgelaten, omdat deze na 1919 in Nederland geen rechtsgevolgen hebben.