Valdemar Langlet: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 20:
In 1944 begonnen Langlet en zijn vrouw met [[noodhulp]] voor slachtoffers van de [[nazi]]'s onder de vlag van het Zweedse [[Rode Kruis]]. Eerst begon hij mensen uit zijn vrienden- en kennissenkring te helpen, maar al snel ontstond er een lange rij mensen die bij het echtpaar om hulp kwamen smeken. Ze deelden eten en medicijnen uit en vonden weeshuizen en onderduikadressen voor hulpbehoevende mensen. Soms verborgen ze geheimelijk mensen die werden vervolgd omdat ze Joods waren of om een andere reden ongewenst werden geacht door de Hongaarse [[Pijlkruisers]] en de Duitse [[Schutzstaffel|SS]].
 
Tijdens het laatste jaar van de oorlog werden vele duizenden Hongaarse Joden op transport gezet naar de [[vernietigingskamp]]en. Langlet had al in de eerste jaren van zijn verblijf in Boedapest een aantal warme vriendschappen gesloten met een reeks Joodse families en merkte begin 1944 dat een aantal van zijn Joodse vrienden plotseling verdwenen. Sommigen spraken met Langlet over hun angst om gearresteerd te worden en naar de kampen gestuurd te worden.
 
Langlet besloot om zijn connecties met de Zweedse ambassade te gebruiken om deze mensen een relatie met Zweden te geven. Hoewel hij hiervoor geen toestemming had van de Zweedse autoriteiten, vestigde hij een speciale eenheid van de ambassade. In naam van het Zweedse Rode Kruis begon hij documenten te drukken die verklaarden dat de drager de Zweedse nationaliteit had en dat die persoon onder "speciale Zweedse bescherming" stond.