Piet Buijnsters: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
+link
Regel 5:
Buijnsters studeerde vanaf 1955 Nederlandse letterkunde aan de [[Katholieke Universiteit Nijmegen]] en werd daar in 1962 benoemd tot wetenschappelijk medewerker bij het Instituut Nederlands. Hij promoveerde daar in 1963 op ''Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van "Het graf" ''; zijn promotor was prof. dr. [[Anton van Duinkerken|W.J.A.M. Asselbergs]]. Zijn bijzondere interesse ging uit naar de 18e en 19e eeuwse Nederlandse letterkunde. In 1971 werd hij benoemd tot lector aan de Nijmeegse universiteit, welk ambt hij met een rede over [[Sara Burgerhart]] aanvaardde op 22 oktober 1971. Vervolgens werd hij benoemd tot hoogleraar Boekwetenschap en Nederlandse letterkunde van de achttiende eeuw aan diezelfde universiteit; op 14 juni 1995 nam hij daar afscheid.
 
Buijnsters publiceerde werk van en over dichters als [[Rhijnvis Feith (auteur)|Rhijnvis Feith]], [[Justus van Effen]], [[Betje Wolff]] en [[Aagje Deken]]. Hij verzorgde ook verschillende tekstedities van deze schrijvers. Daarnaast werd hij bekend als publicist over de wereld van het antiquariaat, het verzamelen van boeken en boekverzamelaars. Samen met zijn echtgenote L.[[Leontine Buijnsters-SmetsSmet]] publiceerde hij in 2001 ''Lust en leering. Geschiedenis van het Nederlandse kinderboek in de negentiende eeuw'' waarvoor zij beiden in 2002 de [[Menno Hertzbergerprijs]] ontvingen. In 2005 ontvingontvingen hijzij de [[G.H. 's-Gravesande-prijs]] voor zijnhun publicaties over het Nederlandse kinderboek.
 
Vanaf 2007 publiceerde Buijnsters drie monoigrafieënmonografieën over het antiquariaat en bibliofilie in Nederland en België.
 
== Bibliografie ==