Rivaliteit (economie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Thibautv (overleg | bijdragen)
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Rivaliteit (Economie}} In de economie wordt rivaliteit beschreven als een eigenschap van een goed. Een goed kan geplaatst worden in een continuüm gaan...'
 
Thibautv (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
{{Rivaliteit (Economie)}}
 
In de economie wordt rivaliteit beschreven als een eigenschap van een goed. Een goed kan geplaatst worden in een continuüm gaande van rivaliserend tot niet-rivaliserend. Dezelfde eigenschap wordt soms aangeduid als subtractable of not-subtractable.<ref>Hess, C., E. Ostrom. 2006. Introduction. C. Hess, E. Ostrom, eds. Understanding Knowledge as a Commons: From Theory to Practice. The MIT Press, Cambridge, Massachusetts</ref> Een rivaliserend (substractable) goed is een goed waarvan de consumptie door de ene consument de consumptie van de andere consument vermijdt.<ref>David L.Weimer; Aidan R.Vining. Policy Analysis: Concepts and Practice. Pearson: Prentice Hall. p. 72. ISBN 0-13-183001-5. Fourth Edition.</ref> Anders gezegd, een goed wordt beschouwd als niet-rivaliserend (niet-substratable) indien voor elk niveau van de productie, de kosten van het verstrekken tot de marginale (aanvullende) individuele kost nul is.<ref>Cornes, R., T. Sandler. 1986. The theory of externalities, public goods, and club goods. Cambridge University Press.</ref> Niet-rivaliteit betekent niet dat de totale productiekosten laag zijn, maar dat de marginale productiekosten nul zijn. In de realiteit zijn weinig goederen volledig niet-rivaliserend doordat rivaliteit kan ontstaan op verschillende niveaus. Bijvoorbeeld: weg (of internet) gebruik is niet-rivaliserend tot een bepaalde capaciteit, bij files zal elke extra gebruiker de snelheid doen dalen voor anderen. Daarvoor ziet de recente economische theorie rivaliteit als een continuüm, niet als een binaire categorie<ref>Leach, J. 2004. A course in public economics. Cambridge University Press: 155-156</ref> waar veel goederen zich bevinden tussen twee extreme van volledig rivaliteit tot volledig niet-rivaliteit.