Tweede Engels-Nederlandse Oorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Breda - Koppeling(en) gewijzigd naar Breda (stad)
Regel 41:
De eerste belangrijke zeeslag was een Engelse overwinning op 13 juni 1665 bij [[Zeeslag bij Lowestoft|Lowestoft]]. Van de 103 Nederlandse schepen gingen er 17 verloren, waaronder het vlaggenschip ''de Eendragt'' dat met admiraal [[Jacob van Wassenaer Obdam]] de lucht in ging. Hierna beheersten de Engelsen een jaar lang de zee, maar wisten deze gunstige situatie niet uit te buiten doordat de Ruyter verschillende [[Slag in de baai van Bergen|retourvloten]] veilig thuis bracht en [[Lodewijk XIV van Frankrijk|Lodewijk XIV]] zich aan de kant van de Republiek schaarde, die haar vloot met een ambitieus nieuwbouwprogramma versterkte. Voor 1665 tot en met 1667 plande men de bouw van 60 schepen, zodat men de hele vaste kern van de vloot met nieuwe zwaardere vaartuigen kon vervangen. De werkelijke productie zou zelfs iets hoger liggen. Waren er in [[1664]] al zeventien oorlogsschepen opgeleverd, waaronder de zware ''Kallandsoog'', in 1665 liepen er 28 van de werf, waarvan acht met meer dan 70 kanons. Het volgende jaar volgden er nog eens 25, zes daarvan zwaar. Engeland kon tijdens de hele oorlog slechts twaalf oorlogsschepen bouwen, waarvan maar twee van de ''first'' en ''second rate'' (de zwaarste klassen). De Republiek begon op grote schaal kaperbrieven uit te geven; 418 Engelse koopvaarders werden buitgemaakt en de Engelse handel met het continent viel vrijwel stil. Terwijl de Republiek zeelui lokte met een loon van 21 gulden de maand in baar geld uitgekeerd, moesten de geronselde Engelse matrozen het doen met papieren schuldbekentenissen: velen monsterden aan bij de vloot van de vijand. De bisschop van Münster trok zich terug uit de oorlog toen Karel geen geld meer had om hem te ondersteunen.
 
Na de Nederlandse overwinning in de Vierdaagse Zeeslag (11 - 14 juni 1666) waarin de zware ''Prince Royal'' zich overgaf, leek het er even op dat Engeland al verslagen was, maar tot ieders verrassing kon het toch opnieuw een vloot uitrusten die sterk genoeg was om op 4 augustus in de [[Tweedaagse Zeeslag]] bij [[North Foreland]] de Nederlandse vloot aan de rand van de afgrond te brengen. De Republiek begon geldgebrek te krijgen, wat nog verergerd werd door een Engelse verrassingsaanval die een handelsvloot tussen Vlieland en Terschelling verwoestte. In de hele oorlog gingen 522 Nederlandse koopvaarders verloren. De kosten van het herstel van de Engelse vloot in juli hadden echter Karels financiën totaal uitgeput; hij beëindigde liever de oorlog dan nog meer macht af te staan aan het parlement. Hij legde dus de dure linieschepen van zijn vloot op en begon vredesonderhandelingen te [[Breda (stad)|Breda]]. De Republiek, die voldoende reserves had om haar vloot voor een derde maal gevechtsklaar te maken, achtte het echter beter om de oorlog met een duidelijke Nederlandse overwinning af te sluiten en vernederde de Engelse met de Tocht naar Chatham die dezen vier zware linieschepen kostte. Omdat er dat jaar nog eens twaalf Nederlandse schepen waren opgeleverd (de totale productie in verband met de oorlog bedroeg dus 82), waarvan drie zwaar, had de Republiek nu zowel een numerieke als kwalitatieve overmacht: de Engelsen hadden nog vier zware linieschepen over (in 1665 was per ongeluk de ''London'' de lucht ingegaan), de Nederlanders beschikten er ondanks een verlies van vijf nu over zeventien, de op de Medway buitgemaakte ''[[HMS Royal Charles]]'' niet meegeteld.
 
== Vrede ==