Kerkorgel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
doedelzak voegt niets wezenlijks toe en zorgt er voor dat de zin niet meer klopt (doedelzak wind wordt ook mechanisch opgewekt)
Regel 11:
==Techniek==
{{Zie hoofdartikel|pijporgel}}
Het [[orgel]] is een blaasinstrument. Dat betekent dat het geluid in een pijporgel wordt voortgebracht doordat er geperste lucht (in vakkringen ‘wind’ genoemd) door een (aantal) pijp(en) wordt geblazen. Het lijkt qua principe dus erg op een doedelzak of een [[blokfluit]], behalve dat de windvoorziening mechanisch of elektrisch tot stand komt. Het soort geluid, de [[timbre|klankkleur]], hangt af van de wijze van klankopwekking, de vorm van de pijp en het materiaal waar de pijp van gemaakt is. Wanneer een fluitist van toonhoogte wil veranderen sluit hij één of meerdere gaatjes. Eigenlijk verandert hij daarmee voortdurend de lengte van de trillende luchtkolom in de fluit (zodat men verschillende toonhoogtes hoort). Bij een orgelpijp is dit niet mogelijk. Voor iedere toonhoogte moet dus een pijp met een andere lengte worden aangeblazen (vergelijk de [[panfluit]]). Heeft een [[klavier (toetsen)|toetsenbord]] (klavier) 51 toetsen, dan moet elk [[register (muziek)|register]] ook 51 pijpen hebben. Deze pijpen worden van hout ([[eik]] dan wel [[pinus|den]]) of metaal ([[lood (element)|lood]] dan wel [[tin (element)|tin]]) gemaakt.
 
===Nieuwe techniek===