Muddy Waters: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 31:
Op zijn zevende begon Muddy met [[mondharmonica]] ([[bluesharp]]) en had daarmee veel bekijks als hij midden op het plein een deuntje speelde. Later, op 17-jarige leeftijd verruilde hij zijn mondharmonica voor een [[gitaar]] en speelde op lokale feesten.
In de zomer van 1941 en nogmaals in 1942 zou hij voor [[Alan Lomax]] en de [[Library of Congress]] legendarische opnames maken die later zouden worden uitgebracht als ''[[Down On Stovall's Plantation]]''. Vol zelfvertrouwen zal hij daarop in 1943 uitwijken naar [[Chicago]] om het te maken als muzikant en zijn bestaan als [[sharecropper]] voorgoed achter zich te laten.
Aanvankelijk overleeft hij als dagloner en probeert als professioneel blueszanger aan de bak te komen met de hulp van [[Big Bill Broonzy]]. Door over te schakelen op elektrische gitaar zal hij mee de basis leggen voor de [[Chicago sound]].
Zijn eerste opnames voor [[Columbia]] blijven onuitgegeven en pas in 1948 breekt hij door met ''[[I Can't Be Satisfied]]'' voor wat toen nog het Aristocratlabel is. [[Aristocrat Records]] verandert dat jaar in [[Chess Records]], genoemd naar de broers Leonard en Phil Chess. Aanvankelijk koppelen zij hem aan [[Ernest Big Crawford]]
In de tweede helft van het decennium stagneert het succes, Little Walter en Jimmy Rogers verlaten de groep maar telkens geeft hij nieuw talent de kans om zich binnen zijn band te ontplooien. [[Big Walter Horton]], [[Jimmy Cotton]], [[Luther Johnson]], [[Buddy Guy]], [[Fred Below]], [[Bob Margolin]], [[Pinetop Perkins]] zullen door de jaren heen zijn sound bestendigen.
|