Prehistorie van de Lage Landen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Datu (overleg | bijdragen)
Datu (overleg | bijdragen)
Regel 45:
In de duinstreek van het [[Rijnmond]]gebied van de Lage Landen onderscheidde zich de [[Vlaardingencultuur]] als een tussenvorm van Mesolithische cultuur en landbouw met zowel volledige als semi agrarische landbouwnederzettingen.
 
Het zuiden van België werd in deze periode door de Franse [[Seine-Oise-Marne-cultuur]] (SOM) bereikt, die eveneens hunebedden bouwde.
 
De leden van de [[Touwbekercultuur|Standvoetbekercultuur]] (ca. 2900–2450), ontstaan uit de Trechterbekercultuur, maakten gebruik van karren. Een grote groep landbouwende inwijkelingen vestigde zich in Brabant rond [[Bosvoorde]] en het Henegouwense [[Spiennes]]. In de moerassige streken van Vlaanderen werden de eerste [[paaldorp]]en gebouwd (vooral [[Dentergem]] aan de Mandel). Men deed overwegend aan veeteelt, en mijngroeven werden aangelegd tot 16 meter diep om vuursteen te delven voor gereedschap.
Regel 52:
 
[[Bestand:Urnenfelder panoply.png|miniatuur|180px|Wapens uit de urnenveldencultuur]]
De overgang tussen Neolithicum en Bronstijd wordt gekenmerkt door de [[Klokbekercultuur]] (2700 - 2100 v. Chr.) die naast en uit de Standvoetbekercultuur ontstond. De typerende eigen keramiek van bekers in klokvorm heeft ze haar naam gegeven. De Klokbekercultuur wordt verder door een aantal technische innovaties gekenmerkt, zoals de ploeg, het wiel, karren... Dit wijst op een aanzienlijke hervorming van het landbouwsysteem, maar ook op de mogelijkheid van beter transport. Deze groep verspreidde zich als een heersende kaste over heel West-Europa. Met deze cultuur begon een tijd van intensieve [[Zeevaart|overzeese contacten]], wat de overeenkomst tussen de prehistorische culturen aan weerszijden van de Noordzee verklaart. Ze zouden daarbij zelfs [[Noord-Afrika]] hebben bereikt. Ze gebruikten strijdhamers, handbogen, dolken en speren met koperen kop als wapens. Onderzoekers menen dat hun behoefte aan koper (en goud) in grote mate tot de ontwikkeling van de [[metaalbewerking]] in Europa heeft bijgedragen. Opvallende verandering is verder de [[inhumatie]] in individuele graven, bedekt door grafheuvels, en het meegeven van belangrijke grafgiften zoals hakbijlen, bekers en messen. Het lichaam van de overledene was in opgevouwen foetushouding oost-west georiënteerd. In het zuiden van de Lage Landen werden [[megaliet]]graven opgericht en [[menhir]]s, waarvan de juiste betekenis nog steeds niet achterhaald is. Zo zouden de twee dolmens bij Wéris ([[Dolmen van Wéris]] en [[Dolmen van Oppagne]]) gebouwd zijn door de [[Seine-Oise-Marne-cultuur|SOM-cultuur]] in het laat-[[neolithicum]]. <ref>[http://fkserv.ugent.be/khk/studies/07%20-%20Laat-Neolithicum%20-%204700%20-%204%20100%20BP.pdf Culturen uit het laat-Neolithicum]</ref> Gezien de gevonden beenderresten zouden ze, mogelijk in een latere periode, zijn gebruikt als begraafplaatsen. Dolmens, menhirs en natuurlijke stenen rond Wéris zijn op lijnen geplaatst over de betekenis waarvan druk gespeculeerd wordt.<ref> Michel Toussaint, ''Les mégalithes en Wallonie'', Carnets du patrimoine nr. 23, p. 11, NRW, 1997</ref>
 
== Bronstijd (-2.000-700) ==