Bioritme (theorie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
links aanvulling
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Volgens de leer van de '''bioritme theorie''' (eigenlijk: geen [[theorie]] maar [[hypothese]]) wordt de [[levenscyclus]] beïnvloed door drie ritmische cycli met verschillende lang durende [[Periode (signaal)|periodes]]. Bioritmiek gaat er van uit dat de mens niet op elk ogenblik in dezelfde mate de beschikking heeft over zijn vermogens en dat deze beschikbaarheid cyclisch verloopt zoals de meeste continuprocessen in de natuur. De beschikbaarheid van een vermogen neemt geleidelijk toe, bereikt een maximum, neemt dan weer af, bereikt een minimum en gaat dan weer toenemen. Als men dit cyclisch proces projecteert op een voortlopende lijn dan krijgt men een aaneenschakeling van sinusoïden. Door de drie verschillende ritmes samen af te drukken (bij voorkeur in 3 verschillende kleuren) krijgt men een duidelijk beeld van de samenhang van de 3 bioritmes op een bepaald ogenblik. Zo is het bijvoorbeeld goed mogelijk dat men op een bepaald ogenblik maximaal beschikt over bepaalde eigenschappen en tegelijk minimaal over andere eigenschappen. Bioritmiek heeft niets te maken met de tak van de [[biologie]], de [[chronobiologie]], die zich op wetenschappelijke wijze bezighoudt met het optreden van verschillende ritmen in organismen <ref name="Dissertation Anske">[http://dochost.rz.hu-berlin.de/dissertationen/anske-ute-2003-09-25/PDF/Anske.pdf Ute Anske in: Pilotstudie zur Charakterisierung funktionaler Gesundheitszustände mittles Chronobiologischer Regulationsdiagnostik pag. 31 stand: 2.01.2007]</ref> (zie ook: [[Biologische klok]]).
(zie ook: [[Biologische klok]]).
De bioritmiek wordt als [[pseudowetenschap]] beschouwd.
Om misverstanden te voorkomen wordt in de chronobiologie het begrip biologische ritmes gebruikt.<ref name="Dissertation Anske"/>.
 
Volgens de leer van het bioritme beginnen ritmes bij de geboorte ‘positief’, kruisen na een halve periodelengte de ‘nullijn’(dit is de gemiddelde beschikbaarheid van eigenschappen) en gaan over naar een 'negatieve fase'. Aan het einde van de periode volgt weer een omslag naar de positieve kant enz..
Regel 13 ⟶ 12:
 
Met het bioritme zouden voorspellingen van de cycli van fysieke, emotionele en intellectuele kenmerken mogelijk zijn. De bioritmiek doet geen voorspellingen over wat zou kunnen gebeuren zoals bijvoorbeeld een horoscoop wel doet. Anderzijds zijn er wel gevolgtrekkingen te maken uit de mate van beschikbaarheid van iemands eigenschappen. Zo is bijvoorbeeld de tijd dat iemand minimaal beschikt over zijn intellectuele eigenschappen een ongunstig moment om examens te doen met voorspelbare gevolgen.
De grondslag van deze simpele berekeningen werd gelegd door de [[KNO-arts (Ned) /of NKO-arts (Be)|KNO]]arts [[Wilhelm Fliess]] en [[psycholoog]] [[Hermann Swoboda]] in het begin van de twintigste eeuw. Fliess ontdekte in de patiëntenaktes overeenstemmingen en regelmatigheden en publiceerde ze in zijn ''Periodenlehre''.<ref>Bruno Giebat, ''Auf gleicher Wellenlänge'', Einleitung, ISBN 3833416246</ref>.
 
Chronobiologische ritmes, die in de [[biologie]] beschreven worden, ondergaan natuurlijke schommelingen. De ‘exacte’ dagcycli die de bioritmische leer postuleert hebben geen wetenschappelijke basis en zijn niet meetbaar.<ref name="Dissertation Anske"/>. Omdat men met computerprogramma's probeert deze opvatting een wetenschappelijk jasje te geven, wordt de bioritmische leer bij de pseudowetenschappen geteld.<ref name="Dissertation Anske"/>.
 
De door aanhangers gepostuleerde mogelijkheid dat met de studie van bioritmes de waarschijnlijkheid van een ongeval op de zogenaamde kritische dagen kan voorspeld worden, kon in een studie, waar 3000 verkeersongevallen geanalyseerd zijn, niet aangetoond worden. Door de volgens aanhangers veelal slecht begrepen grondstellingen van de bioritmiek hebben dit soort studies helaas vaak niet de juiste invalshoek.<ref name="Biorhythmik und Unfallprophylaxe">[http://www.springerlink.com/content/q74483206g577531/ Sozial- und Präventivmedizin/Social and Preventive Medicine pag. 135 bis 140 stand: 02.01.2008]</ref>