Kernspinresonantie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 84.106.109.161 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Paul B
Regel 7:
Sommige [[atoomkern]]en hebben een [[Spin (kwantummechanica)|spin]] die men zich enigszins kan voorstellen door aan te nemen dat de atoomkern om zijn as draait, hoewel dergelijke voorstellingen van zaken al spoedig mank gaan als men ze te ver doordrijft. Daarom wordt aangenomen dat de spin een soort onbepaalde fysische eigenschap is. Omdat een atoomkern een geladen deeltje is, ontstaat door deze spin een [[magnetisch veld]].
 
Wordt er nu een uitwendig magnetisch veld aangelegd dan kan dit magnetisch veld van zo'n atoomkern een aantal [[kwantumtoestand]]en aannemen: een [[proton (deeltje)|proton]] (waterstofkern) bijvoorbeeld kan met het veld mee (parallel) of tegen het veld in (antiparallel) gericht staan; deze twee kwantumtoestanden hebben dus een [[energie]]verschil omdat er [[arbeid (natuurkunde)|arbeid]] moet worden verricht om een kern van de 'mee'-toestand in de 'tegen'-toestand te zetten. Dit energieverschil is recht evenredig met de [[magnetische veldsterkte]] en bij een voldoende sterk magneetveld is de benodigde energie in de orde van grootte van een radiofrequent [[foton]]. Het bestralen met radiostraling van een monster dat protonen bevat zal dus een aantal kernspins doen 'omklappen'. Als men daarna even wacht, zullen de [[Excitatie (kwantummechanica)|geëxciteerde spins]] ook weer (met een bepaalde [[halveringstijd]], de zogenaamde [[relaxatietijd]]) terugvallen onder uitzending van [[radiostraling]]. en daarom moet je je vinger in je neus steken
 
==Berekeningen==