Gentse Opstand (1539–1540): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Interwikiconflict opgelost
Regel 2:
 
== Aanloop ==
De aanleiding voor de opstand was het ongenoegen over de hoge belastingen die door Keizer Karel [[landvoogd|landvoogdes]] [[Maria van Hongarije (1505-1558)|Maria van Hongarije]] in [[1537]] werden opgelegd, die vooral gebruikt werden ter financiering van de verovering van [[Italië]]. Aan het [[Graafschap Vlaanderen]] werd 1,2 miljoen [[Karolusgulden]] gevraagd in de vorm van een [[Bede (belasting)|bede]]. Alle gewesten stemden hiermee in behalve Vlaanderens eerste lid Gent.
Het ongenoegen tegenover de fiscale politiek Roomse Keizer Karel V groeide binnen de [[Arteveldestad]]. Op 28 augustus 1537 wordt het Gentse [[Calfvel]], dat vele stedelijke privilegiën inperkte, publiekelijk verscheurd. Dit betekende een regelrechte inbreuk op de soevereiniteit van Karel V.
 
== Keizerlijke interventie ==
Eind [[1539]] vertrok keizer Karel vanuit [[Madrid (stad)|Madrid]]
Omdat [[Graafschap Vlaanderen|Vlaanderen]] in het algemeen en Gent in het bijzonder een belangrijk handelscentrum was voor het [[Spaanse koloniën|Spaanse Rijk]] kwam keizer Karel op [[14 februari]] [[1540]] persoonlijk met een grote legermacht naar Gent om de opstand te onderdrukken. Nadat hij daarin slaagde, verplichtte hij de Gentse edellieden blootsvoets voor hem te lopen met een [[Strop (beulsknoop)|strop]] rond hun nek. Sindsdien worden Gentenaars [[stroppendragers]] genoemd.
 
Om nieuwe opstanden te voorkomen, werden de Gentenaars verplicht grote delen van de [[Sint-Baafsabdij]] af te breken om plaats te maken voor het [[Spanjaardenkasteel]], een zogenaamde 'dwangburcht'.