Dennenscheerder: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 18:
De dennenscheerder holt de [[tak (plant)|twijgen]] uit, waardoor deze afvallen. Hierdoor lijkt het of een dennenboom geschoren is.
 
De 3,5 tot 4,8 mmm lange, bruine tot zwarte [[kevers|kever]] overwintert in de grond of in gangen onder de [[bast]] onderaan de boom. In warmere gebieden kan de kever ook overwinteren in de holle twijgen. Vanaf februari gaat de kever onderaan de boom onder de bast 10 tot 25 cm lange broedgangen maken en legt hierin de eieren. Deze worden meestal aan de zonzijde van de boom gemaakt.<ref> Humphreys N, Allen E. (19982998). The pine shoot beetle. http://warehouse.pfc.forestry.ca/pfc/5134.pdf (15 March 2004).</ref>De larven vreten van april tot juni vanuit de broedgangen 2,5 tot 10 cmm lange gangen. In mei of juni vindt de [[verpopping]] plaats aan het eind van de vraatgang. In juni of juli zijn er dan weer nieuwe, volwassen kevers. Voor de [[rijpingsvraat]] gaan deze kevers naar de kroon van de boom en hollen gedurende de zomer met hun vraat de twijgen uit. Ook de overwinterde kevers gaan na de eerste eiafzet aan de twijgen vreten. Vervolgens gaan ze terug naar de stambasis om daar nieuwe gangen te maken en voor de tweede keer eieren af te zetten. De uit deze eitjes afkomstige kevers zijn in de nazomer volwassen. <ref>Hanson S. 1940. The prevention of outbreaks of the pine beetles under war-time conditions. Bulletin of Entomological Research 31: 247547-251.</refhef>
 
==Referenties==