Staatsmijn Maurits: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Mijnramp 1958: Aanv. |
Door enige bekorting gemakkelijker leesbaar gemaakt |
||
Regel 1:
{{Infobox steenkoolmijn
| afbeelding = Voorgevel hoofdkantoor, ingangspartij detail reliëf met tekst en wapens - Geleen - 20354799 - RCE.jpg
| onderschrift = Ingang hoofdgebouw
| locatie = [[Lutterade]], [[Geleen]]
| begin_productie = 1926
Regel 12 ⟶ 13:
De '''Staatsmijn Maurits''' stond in [[Lutterade]], [[Geleen]] (tegenwoordig [[Sittard-Geleen]]), en was de grootste [[kolenmijn|steenkolenmijn]] van [[Nederland]]. Tot de aanleg van de derde [[Schacht (mijnbouw)|schacht]] in [[1958]] was het tevens de grootste tweeschachtenmijn ter wereld.
== Beschrijving ==
Met de aanleg van de mijn werd in [[1915]] begonnen, een jaar later startte men met de bouw van de eerste twee schachten. In [[1923]] werd een begin gemaakt met de ontsluiting van de bovenste twee verdiepingen. Officieel kwam Staatsmijn Maurits in [[1926]] in bedrijf. De in de mijn geproduceerde vetkolen werden toegepast als industriebrandstof, de fijnkool werd verwerkt in de cokesfabriek van de onderneming. Op haar hoogtepunt werden er jaarlijks ongeveer 2½ miljoen ton kolen naar boven gebracht. De totale productie bedroeg meer dan 96 miljoen ton. De mijn beschikte over vijf verdiepingen die aangelegd waren op 391, 455, 548, 660 en 810 meter onder het [[maaiveld]]. De verdiepingen strekten zich in het concessieveld op verschillende plaatsen tot meer dan vijf kilometer vanaf de schachten uit, ze hadden elk een oppervlakte zo groot als die van de stad Amsterdam.
Vanaf [[1947]] was de mijn verbonden met de [[Staatsmijn Emma]] door een ondergrondse steengang met een lengte van dertien kilometer. Daar de Staatsmijn Emma sinds [[1956]] op haar beurt ondergronds verbonden was met de [[Staatsmijn Hendrik]], was het mogelijk om ondergronds van Geleen naar [[Brunssum]] te reizen, een tocht die nagenoeg de gehele mijnstreek (en daarmee de provincie Limburg) van west naar oost doorkruiste.
== Bombardement van Geleen 1942 ==▼
Na de sluiting van de mijn in [[1967]] heeft [[Koninklijke DSM NV|DSM]], dat al in 1929 de [[cokes]]fabriek Maurits en het stikstofbindingsbedrijf (SBB) op het mijnterrein had gevestigd, ook haar nieuwe petrochemische tak op het terrein gevestigd, dit is tegenwoordig het zuidelijke deel van bedrijventerrein [[Chemelot]], het noordelijk deel staat nog altijd in het teken van de anorganische chemie net als ten tijde van de Staatsmijn.▼
▲==Bombardement van Geleen 1942==
Op 5 oktober 1942 werd [[Geleen]] en omgeving per ongeluk gebombardeerd door de [[Royal Air Force|RAF]] met 30 toestellen. Bij de aanval, die plaats vond in de late avond, kwam ook de Staatsmijn Maurits onder vuur te liggen. Schacht I werd door brandbommen getroffen, waardoor deze onbruikbaar werd. Schacht II had nauwelijks schade. De mijnwerkers die ondergronds verbleven werden via de ladderafdeling van deze schacht geëvacueerd. Na inspectie werd de schacht de volgende dag weer vrijgegeven voor personenvervoer. Er vielen negen bommen op het Mauritscomplex, hierbij ontstonden forse branden, onder meer op het houtterrein en het emplacement. De branden werden bestreden door de bedrijfsbrandweer en korpsen van andere mijnen en andere gemeenten, geholpen door de brandweer uit het Duitse [[Geilenkirchen]]. Op de mijn vonden dertien arbeiders de dood. Daarbij vielen nog één zwaargewonde en 42 lichtgewonden. Op de [[cokes]]fabriek Maurits kwamen vijf arbeiders om. De materiële schade werd op 1.6 miljoen gulden geschat. Na ongeveer een half jaar lag de productie weer op het oude peil<ref> http://www.demijnen.nl/actueel/artikel/het-bombardement-op-geleen-5-oktober-1942</ref>
==
[[Bestand:Longwall2.png|{{largethumb}}|Schematische weergave van een pijler in een steenkoolmijn]]
Op 3 maart 1958 kwamen in de mijn zeven mijnwerkers om het leven door een instorting in een [[Pijler (steenkoolmijn)|pijler]]. Het betrof drie Nederlanders, twee Italianen, een Pool en een Engelsman. Het duurde drie dagen voordat alle slachtoffers waren geborgen.
Op maandag 3 maart om 17.10 uur is plotseling de onderste daklaag, langs het front boven de pijler gaan schuiven. Hierbij werd de pijlerondersteuning over een lengte van 37 meter omver gedrukt. Ten tijde van de instorting bestond de pijlerbezetting uit 45 man, van de 18 mijnwerkers die in het ingestorte stuk werkten wisten er 11 tijdig weg te vluchten, de overige 7 mijnwerkers werden onder de instorting bedolven, en kwamen om. Met het opruimingswerk werd onmiddellijk begonnen. Omdat de instorting zich nabij de afvoergalerij had voorgedaan, was het bouwwerk hiervan verschoven. De galerij moest daarom eerst worden beveiligd. Vervolgens werd begonnen met de opruiming van de instorting. In de nacht van maandag op dinsdag werden de eerste twee slachtoffers onder de stenen vandaan gehaald. Door onafgebroken door te werken waren op donderdag alle 7 slachtoffers geborgen.▼
▲
Bij later onderzoek naar de oorzaak van de ramp is gebleken dat zich boven de kolenlaag een laag gesteente van circa 1,70 meter dikte bevond, deze laag kwam plotseling in beweging en is daarbij afgeschoven. Daarboven bevond zich, door een glad scheidingsvlak begrensd, een hardere gesteentelaag die bij de instorting geheel intact bleef. Deze laag was dermate hard en samenhangend, dat zij het breken van de onderste daklaag niet volgde. Nadat de onderste daklaag was losgekomen is deze vervolgens weggeschoven waardoor de pijlerondersteuning omver werd gedrukt.▼
▲Bij
== Herbestemming ==
▲Na de sluiting van de mijn in [[1967]] heeft [[Koninklijke DSM NV|DSM]], dat al in 1929 de [[cokes]]fabriek Maurits en het stikstofbindingsbedrijf (SBB) op het mijnterrein had gevestigd, ook haar nieuwe petrochemische tak op het terrein gevestigd, dit is tegenwoordig het zuidelijke deel van bedrijventerrein [[Chemelot]], het noordelijk deel staat nog altijd in het teken van de anorganische chemie net als ten tijde van de Staatsmijn.
== Referenties ==
{{references}}
|