Drieasser: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanv.
k typo
Regel 4:
[[Bestand:Stadstram Gent 1.JPG |220px|thumb|[[Gentse tram]][[trammotorwagen|motorwagen]] 328 met drieassig onderstel (systeem-Kamp).]]
[[Bestand:Drieasser tram (533 & 987).jpg|220px|thumb|[[Amsterdamse tram|Amsterdams]] drieassertramstel 533+987 op de [[Electrische Museumtramlijn Amsterdam]].]]
[[Bestand:Triebwagen M4.65 r.gif|thumb|Drieassig tramstel (type M4.65) te München, met de sturende derde as in het midden volgesnvolgens systeem Buchli. De bouwer is de Waggonfabrik Josef Rathgeber.]]
Van drieassige trams zijn de buitenste assen (meestal) draaibaar, waarbij de middelste as - meestal voorzien van kleinere wielen - de buitenste assen stuurt door middel van een simpel stelsel van [[Dissel (transport)|disselbomen]]. De buitenste assen en wielen zijn ieder gevat in een eenassig [[draaistel]] waarin ook de aandrijving door [[elektromotor]]en en het remwerk zijn opgenomen en dat door een langwerpige veer bevestigd is aan de wagenbak. Het kleine loopdraaistel in het midden heeft geen verbinding met de wagenbak. Doordat de assen in spoorbogen meesturen, is er, vergeleken met een [[tweeasser]] met starre assen, een soepele loop door de bocht mogelijk. Ook is er vaak minder slijtage aan de [[rail]]s doordat de wielen minder wringen. De drieasser werd ook gezien als een goedkoper alternatief voor de duurdere [[vierasser]] op tweeassige draaistellen, maar had toch de voordelen van de soepeler rijeigenschappen.