170.891
bewerkingen
k (Z&V: teveel) |
|||
==Benoeming van hogepriesters==
Het begin van Gratus' ambtsperiode kenmerkt zich door een aantal kort op elkaar volgende benoemingen van [[hogepriester|hogepriesters]] van de [[Joodse tempel]] in [[Jeruzalem]]. Wellicht wilde Gratus op die manier voorkomen dat [[Annas]], die onder Gratus' voorgangers gedurende negen jaar hogepriester was geweest,
De historische bronnen noemen geen reden voor de snelle opeenvolging van benoemingen van hogepriesters, maar aangezien [[Publius Cornelius Tacitus|Tacitus]] vermeldt dat er in de periode dat [[Germanicus]] in het oosten was (17 na Chr.) verzoeken uit [[Syria]] en Judea kwamen om de belastingdruk te verminderen,<ref>[[Publius Cornelius Tacitus|Tacitus]], ''[[Ab excessu divi Augusti|Ann.]]'' [http://benbijnsdorp.info/ann02_41_2.html#2.42.4 II 42.4]-[http://benbijnsdorp.info/ann02_41_2.html#2.43.1 43.1]</ref> is het mogelijk dat de hogepriesters in kwestie de verdenking op zich geladen hadden deze verzoeken aan te moedigen (of in elk geval niet te ontmoedigen). Waarom Gratus vervolgens Kajafas zo lang in functie liet, is evenmin duidelijk. Een verklaring die wel is aangedragen, zijn dat zijn benoeming het gevolg is van een compromis tussen Gratus en de Joodse aristocratische families, waaruit de hogepriesters benoemd werden. Een andere verklaring is dat Kajafas zelf de politieke fijngevoeligheid had zijn optreden af te stemmen op het beleid van de Romeinse gouverneurs onder Tiberius.
|
bewerkingen