Abdij van Sint-Truiden: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
correcties; aanvullingen; lijst van abten verplaatst naar nieuw artikel
Regel 46:
 
===Bloeitijd middeleeuwse abdij===
In de middeleeuwen waren de [[Bedevaart|bedevaarten]] naar het graf van Sint-Trudo van grote economische betekenis voor de abdij en de nederzetting, later de stad Sint-Truiden. In de 11e eeuw hadden de pilgrimages een dusdanige omvang gekregen, dat het nodig was een nieuwe abdijkerk te bouwen om alle pelgrims op te kunnen vangen. In het derde kwart van de 11e eeuw werd een grote abdijkerk in [[Romaanse architectuur|romaanse]] stijl gebouwd door abt Adelardus II (abt van 1055-1082). De kerk was 100 meter lang en 26 meter breed. Hiervan zijn alleen éénde torenzware westtoren en delen van de [[crypte]] overgebleven. De toren van de abdijkerk fungeerde in tijden van oorlog als [[donjon]], waarbij houten stellages rondom de toren werden gebouwd, waarvandaan de vijand bestookt kon worden.<ref>Den Hartog (1992), pp.177-178.</ref> Dit gebeurde onder andere bij conflicten tussen de abdij en het naburige machtscentrum [[Brustem]], waarbij de abdij minstens eenmaal werd verwoest.
 
Onder abt Wiricus (abt van 1155-1180) werden de kloostergebouwen gemoderniseerd, een onderneming die volgens de ''Gesta abbatum Trudosensium'' (de [[annalen]] van Sint-Truiden) driekwart eeuw duurde. Eerst werden het [[dormitorium]] (slaapzaal) en [[refectorium]] (eetzaal) van de monniken vernieuwd, daarna kwamen de verblijven van de [[Abt (abdij)|abt]] en de [[Proost (ambt)|proost]] aan de beurt. Vooral Wiricus' eigen appartement, gelegen op het hoogste punt van het terrein, met uitzicht over de stad, was comfortabel ingericht met stookplaatsen en een waterleidingsysteem. Volgens de ''Gesta'' waren de muren van de kloostergangen bedekt met gepolijste hardstenen panelen en bestonden de zuilen, in tweeën of gevieren gebundeld, uit zwart gesteente en [[porfier]], met gebeeldhouwde [[kapiteel|kapitelen]]. Een ander gebouw, dat bedoeld was als gastenverblijf voor hoge gasten, had een rijkversierd plafond.<ref>Den Hartog (2002), pp.322-323.</ref> Zeer bijzonder moet de grafkapel voor Sint-Wiro en zijn metgezellen zijn geweest, die eveneens onder het bewind van abt Wiricus in 1169-1172 tot stand kwam. Volgens de [[kroniek]]schrijver overtrof dit bouwwerk alles in de verre omtrek.<ref>Vrij vertaald uit de ''Gesta'': "Toen alles klaar was, na veel werk en kosten, getuigden de monniken en iedereen die het zag, dat ze nog nooit een dergelijk stenen bouwwerk hadden aanschouwd. De ijver van de bouwarbeiders had bijgedragen tot een kapel van een schoonheid, die alle paleizen in de regio overtrof, hoe grandioos en divers deze ook waren.(...) Ook bouwde hij [Wiricus] een baldakijn over het altaar, gedragen door vier zuilen, die door bogen met elkaar verbonden waren. Daarna liet abt Wiricus het leven van de patroonheilige schilderen. De voorkant van het gewelf liet hij met een in witte steen gebeeldhouwde [[Majestas Domini|Majestas]] decoreren, samen met twee elkaar aankijkende engelen. De voorkant van de kapel was hoger dan de rest. De binnenkant van dit deel van de kapel liet hij decoreren met gepolijste panelen en porfieren zuilen. De buitenkant was versierd met een fraaie compositie van elf grote beelden van witte steen.(...) Toen dit werk klaar was, liet hij de voorkant van het waardevolle reliekschrijn van de heilige herstellen met goud en zilver." (Den Hartog, 1992, pp.156-158).</ref> Van de romaanse kloostergebouwen en het grafmonument is niets overgebleven, tenzij enkele op het terrein gevonden kapitelen, waarschijnlijk door een [[Luik (stad)|Luiks]] steenhouweratelier vervaardigd, van deze bouwwerken afkomstig zijn.<ref>Den Hartog (2002), pp.328-331.</ref>
 
===Nabloei===
Verbouwingen en uitbreidingen vonden onder meer plaats in de 15e en begin 16e eeuw, waarbij onder andere laatgotische spitsen werden aangebracht op de middentoren van de abdijkerk. Deze werden in 1779 onder Joseph Van Herck (abt van 1751-1780) weer vervangen door een enkele barokke bekroning, die in 1953 door een storm werd afgerukt, daarna werd gerestaureerd, maar bij de brand in 1975 definitief verloren ging. Onder abt Willem van Brussel werd omstreeks 1520 de nog deels bestaande muur rondom het abdijcomplex gebouwd en het abtskwartier werd vernieuwd (waarvan de kelders onder de huidige keizerzaal nog bewaard gebleven zijn). De barokke poort kwam in 1665 gereed ter gelegenheid van het duizendjarig bestaan van de abdij. Ook een deel van de dienstgebouwen werden in deze tijd vernieuwd. Eind 18e eeuw, tenslotte, liet abt Joseph van Herck de abdijgebouwen in classicistischeneoclassicistische stijl verbouwen.
 
===EindeAbten van de abdijSint-Trudo===
=={{Zie hoofdartikel|Lijst van abten van Sint-Trudo==Truiden}}
Of Sint-[[Trudo]] (ca 630-693), de stichter van de abdij, ook [[Abt (abdij)|abt]] geweest is, is niet duidelijk. De abdij verkeerde lange tijd onder de invloed van de [[Lijst van bisschoppen van Metz|bisschoppen van Metz]], die ook de abten van Sint-Truiden aanstelden. De bisschoppen [[Drogo van Metz]] (ca 820) en [[Adalbero I van Metz]] (ca 944-962) verbleven beiden langere tijd in Sint-Truiden, maar waren waarschijnlijk geen abt.
 
Belangrijke middeleeuwse abten waren Adelardus II (1055-82), de bouwheer van onder andere de romaanse abdijkerk en de [[Onze-Lieve-Vrouwekerk (Sint-Truiden)|Onze-Lieve-Vrouwekerk]] van Sint-Truiden, en abt Wiricus (1155-80), de bouwheer van het romaanse klooster en het grafmonument voor Sint-Trudo. Hubertus van Sutendael (1638-63) bouwde ondermeer het nog bestaande barokke kerkportaal en het [[kasteel van Nieuwenhoven]]. Abt Joseph van Herck (1751-80) gaf de opdracht voor de bouw van het classicistisch poortgebouw in het abtskwartier, de Keizerszaal en de laatbarokke torenbekroning.
 
===Einde van de abdij; herbestemming===
De komst van de Fransen in 1794 betekende het einde van de abdij. De abdij werd geplunderd en ingericht als militair hospitaal. De romaanse kerk, die in 1794 door brand al zeer was beschadigd, werd in 1798 gesloopt. De bouwmaterialen, onder andere stenen, tegels, leien, balken en porfieren zuilen, werden verkocht. Enkel de kerktoren, de crypte, het poortgebouw, het abtskwartier en enkele dienstgebouwen bleven bestaan. Via diverse particuliere eigenaren kwamen de abdijgronden in 1824 aan de [[Onze-Lieve-Vrouwekerk (Sint-Truiden)|Onze-Lieve-Vrouwekerk]] die het complex in 1839 aan het [[bisdom Luik]] schonk.
 
Regel 59 ⟶ 65:
 
===Recente geschiedenis===
In 1975 vond een catastrofale brand plaats waarbij een deel van de barokke abdijgebouwen werd verwoest en ook de seminariekerk uit 1845 verloren ging. In 1992 vond er op het complex een ontploffing plaats, waarbij de abdijmolen werd vernield. In 1999 werden de contouren van de romaanse abdijkerk op het abdijterrein (het zogenaamde ''Kerkveld'') zichtbaar gemaakt door middel van [[Schanskorf|schanskorven]]. Tevens markeren acht stalen zuilen de plaats en de hoogte (18 m) van de pilaren in het zuidelijk kerkschip. De toren en de crypte werdenzijn rond dezelfde tijd toegankelijk gemaakt door middel van een elektronisch entreesysteem, waarbij men na betaling een code ontvangt, waarmee ter plekke een hek geopend kan worden. Het Kerkveld zelf is gratis toegankelijk. Aan de voet van de toren werdis een bronzen maquette van de abdijkerk in haar glorietijd geplaatst.
<gallery>
Bestand:Sint-Truiden, abdijcomplex, toren04.jpg|Gedenksteen abt Wiricus
Regel 66 ⟶ 72:
Bestand:Sint-Truiden, abdijcomplex, uitzicht01.jpg|Heringericht Kerkveld
</gallery>
 
==Lijst van abten van Sint-Trudo==
* [[Trudo]] (ca 630-693; stichter)
* [[Drogo van Metz]] (ca 820)
* [[Adalbero I van Metz]] (ca 944-962)
* Guntram (ca 1035-1055)
* Adelardus II (1055-1082), bouwheer romaanse abdijkerk en Onze-Lieve-Vrouwekerk in de stad Sint-Truiden
* Diederik van Sint-Truiden, ook: Theodericus Trudonensis (1099-1108)
* Gerard van Loon (ca 1148)
* Rodulfus II ( -1155)
* Wiricus, ook Wiric van Staepel (1155-1180), bouwheer romaans klooster
* Nicolaas (ca 1181-ca 1186)
* Christiaan (ca 1212)
* Jan van Xanten (ca 1217), deelnemer [[vijfde kruistocht]]
* Willem van Rijckel (ca 1253 - 1272), stichter [[Sint-Agnesbegijnhof]]
* [[Willem van Affligem]] (1277-1297)
* Adam van Ordingen (1297- )
* Willem van Ordingen (1390- )
* Antoon van Glymes-Bergen (ca 1485)
* Willem van Brussel (ca 1520), bouwheer abtskwartier en abdijmuur
* Christoffel van der Blockerien (ca 1571)
* Leonardus Betten (1586-1607)
* Hubrecht van Sutendael (ca 1665), bouwheer barok portaal
* Amandus van der Eycken (ca 1735)
* Joseph van Herck (1751-1780), bouwheer classicistisch poortgebouw en Keizerszaal
* Eurcherius Knaepen (1791-1795?), laatste abt van Sint-Truiden
 
==Beschrijving gebouwen==
Regel 106 ⟶ 86:
 
===Kerktoren===
De huidige toren van de abdijkerk is slechts het restant van een indrukwekkendmachtig [[westwerk]] met twee, wellicht drie torens en een [[westkoor]]. De massieve romaanse onderbouw dateert uit 1035-55 en is gebouwd van [[kwartsiet van Tienen]] en [[Gobertange|Gobertinger]] [[zandsteen]]. In de 13e en 14e eeuw is de toren verbouwd in gotische stijl en verhoogd. In de 16e eeuw werden de bakstenen [[traptoren]]s toegevoegd. De [[klokkenstoel]] uit 1779 is [[neoclassicistische architectuur|neoclassicistisch]]. Recent zijn nieuwe stalen trappen en vijf uitzichtplatforms aangebracht. De trap met 195 treden voert deels binnen de 'uitgeholde' toren, deels langs de buitenkant omhoog. De toren is 65 m hoog en is tegen betaling te bezichtigen (één entree voor toren, crypte, Keizerszaal en Academiezaal).
<gallery>
Bestand:Sint-Truiden, abdijcomplex, maquette03 (detail).jpg|Maquette westwerk
Regel 115 ⟶ 95:
 
===Portaal===
Het portaal aan de Grote Markt is een indrukwekkend [[Barokke architectuur|barok]] bouwwerk uit 1655 en kwam tot stand ter gelegenheid van het duizendjarig bestaan van de abdij. Het gebouw draagt het wapen van de opdrachtgever, abt Huibrecht van Sutendael. De architect is onbekend gebleven, maar het gebouw draagt de kenmerken van een volleerd barokarchitect. De poorten, ramen en de hoeknis zijn uitbundig gedecoreerd. Het [[zandsteen|zandstenen]] portaal is geplaatst in de abdijmuur naast de toren en gaf via een overwelfde ruimte en een kleine binnenplaats toegang tot de kerk. De overwelfde ruimte heefthad een laatgotisch [[kruisribgewelf]], waaruitwaarvan nog restanten zichtbaar zijn. Hieruit blijkt dat in 1655 slechts de buitenkant van heteen reeds bestaand portaal vernieuwd werd.
<gallery>
Bestand:Sint-Truiden Abdij Portaal 1.JPG|Barokportaal
Regel 136 ⟶ 116:
De voormalige abdijhoeve en andere dienstgebouwen langs de Abdijstraat en Stenaertberg zijn oorspronkelijk 17e-eeuws, maar in de loop der eeuwen sterk aangepast aan uiteenlopende functies. Momenteel zijn er het Stedelijk Museum en het Hoevemuseum in ondergebracht.
 
Het [[kleinseminarie]] van het [[Bisdom Luik]] was eerst in de [[abdij Rolduc]] gevestigd, maar werd na de splitsing van Nederland en België verplaatst naar Sint-Truiden. De [[neoclassicistische architectuur|neoclassicistische]] seminariegebouwen bevinden zich op het abdijterrein rondom twee binnenhoven, waarvan de tweede binnenhof sinds 1980 is volgebouwd. In deze gebouwen is een school met internaat gevestigd. De gebouwen rond de eerste binnenhof zijn het oudst en dateren uit de periode 1843-45, hoewel ze in de 20e eeuw diverse(onder malenandere zijn verbouwd en uitgebreid. Inna de gebouwenbrand isvan onder1975) anderedeels een schoolzijn gevestigdvernieuwd. De Academiezaal is een achthoekigevrijstaande [[aula]] uit ca 1845 en is, gebouwd in neoclassicistische stijl naar een ontwerp van de [[Gent]]se architect [[Louis Roelandt]], die ook de [[Vlaamse Opera|Gentse opera]] bouwde. De achthoekige zaal is door haar [[Zaalakoestiek|akoestische]] kwaliteiten zeer geschikt voor concerten.
 
Elders in de stad bevinden zich nog enkele gebouwen die aan de abdij gelieerd waren. Zo waren de meeste [[parochiekerk]]en in Sint-Truiden en omgeving afhankelijk van de abdij en werden de [[pastoor]]s benoemd door de abt. In het noordelijk deel van Sint-Truiden, buiten het stadscentrum, liggen twee buitenverblijven van de abtenabdij van Sint-Trudo: het [[kasteel van Nieuwenhoven]]. in de 18e eeuw de permanente residentie van de abten, en De Speelhof, het buitenverblijf voor de monniken en gasten van de abdij. Verspreid in het [[Haspengouw]]se landschap lagen verder tal vandiverse abdijhoeven, watermolens en [[Laat|cijnshoven]], waarvan er nog een aantalenkele bewaard zijn gebleven.
<gallery>
Bestand:Sint-Truiden, abdijcomplex, uitzicht02.jpg|Kleinseminarie, 1e binnenhof (vanaf toren)
Bestand:Sint-Truiden, abdijcomplex10.jpg|Kleinseminarie, 2e binnenhof (buitenzijde)
Bestand:Speelhof buitenverblijf Sint-Trudo abdij, Sint Truiden.jpg|Speelhof, buitenverblijf van de abtabdij
Bestand:Wapenabt.jpg|Wapensteen abt Van Sutendael, Nieuwenhoven
</gallery>
Regel 150 ⟶ 130:
 
==Externe links==
*[http://www.toerisme-sint-truiden.be/fb111bajc690hjx1hix107.aspx Geschiedenis en plattegrond op toerisme-sint-truiden.be]
*[http://www.youtube.com/watch?v=ZeRAMA0h_eg Filmpje over ontstaan abdij op youtube.com] (5 delen)
*[http://www.abdij-internaat.be/index.php/component/content/article/1-latest-news/77-van-kleinseminarie-tot-abdij-internaat Geschiedenis kleinseminarie en internaat op abdij-internaat.be]
 
{{Appendix||2=
Regel 157 ⟶ 139:
* Hartog, E. den, ''Romanesque Architecture and Sculpture in the Meuse Valley''. Leeuwarden/Mechelen, 1992
* Hartog, E. den, ''Romanesque sculpture in Maastricht''. Maastricht, 2002
* Lavigne, E., ''Kroniek van de abdij van Sint-Truiden'', deel I (Assen/Maastricht, 1986), deel II (Leeuwarden/Maastricht, 1988) en deel III (Leeuwarden/Mechelen, 1993)
* Timmers, J.J.M., ''De Kunst van het Maasland''. Assen, 1971
'''Referenties'''