Godfrey Harold Hardy: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
JRB (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
JRB (overleg | bijdragen)
Regel 11:
 
Vanaf 1911 werkte hij samen met [[John Littlewood|J.E. Littlewood]]. De twee werkten nauw samen in onderzoek aan de [[wiskundige analyse]] en de [[analytische getaltheorie]]. Dit leidde tot kwantitatieve vooruitgang in het [[probleem van Waring]], als onderdeel van de [[Hardy-Littlewood-cirkelmethode]], zoals dit bekend kwam te staan. In de [[priemgetal]]theorie bewezen zij resultaten en een aantal opmerkelijke [[voorwaardelijke resultaat|voorwaardelijke resultaten]]. Dit was een belangrijke factor in de ontwikkeling van de [[getaltheorie]] als een systeem van [[vermoeden]]s; voorbeelden zijn het [[eerste vermoeden van Hardy-Littlewood|eerste-]] en het [[tweede vermoeden van Hardy-Littlewood]]. De samenwerking tussen Hardy en Littlewood is een van de meest succesvolle en bekende in de wiskundige geschiedenis. In een lezing in 1947, vertelde de Deense wiskundige [[Harald Bohr]] dat een collega zou hebben gezegd, "Tegenwoordig zijn er slechts drie echt goede Engelse wiskundigen: Hardy, Littlewood en Hardy-Littlewood."
 
Hardy is ook bekend voor het formuleren van het [[principe van Hardy-Weinberg]], een basisprincipe in de [[populatiegenetica]], dat hij onafhankelijk van [[Wilhelm Weinberg]] in 1908 opstelde. Hij speelde [[cricket]] met de geneticus [[Reginald Punnett]] die het probleem aan hem voorlegde en Hardy werd daarmee onbewust de stichter van een tak van [[toegepaste wiskunde]].
 
Zijn verzamelde werken zijn in zeven delen gepubliceerd door de Oxford University Press.
 
==Zie ook==