Ballenstedt: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Robot: Hernoeming sjablonen |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 32:
Ballenstedt verkreeg in [[1543]] het stadsrecht. Tijdens de [[Dertigjarige Oorlog]] plunderden in [[1626]] de troepen van [[Albrecht von Wallenstein]] het stadje. Vanaf de [[17e eeuw]] werd Ballenstedt door de vorsten van [[Anhalt-Bernburg]] als residentie uitgebreid. Uit de restanten van het voormalige klooster werd een representatief [[burcht (kasteel)|slot]] gebouwd. In [[1765]] verklaarde vorst [[Frederik Albrecht van Anhalt-Bernburg|Frederik Albrecht]] Ballenstedt officieel tot [[residentie]]. Hierdoor ontstond een bloeiperiode voor Ballenstedt op economisch, politiek en cultureel vlak. De bloei op het culturele vlak werd benadrukt door de bouw van het slottheater, dat in [[1788]] in gebruik genomen werd. Hier traden later [[Albert Lortzing]] en [[Franz Liszt]] op, die het theater hierdoor een populariteit gaven tot ver buiten de stad.
Toen in [[1863]] hertog [[Alexander Karel van Anhalt-Bernburg|Alexander Karel]] kinderloos stierf, verviel Anhalt-Bernburg aan [[Hertogdom Anhalt-Dessau|Anhalt-Dessau]], waarbij Ballenstedt een van de vijf hoofdplaatsen van een district werd. De twee hertogdommen werden verenigd tot het
Na de [[Tweede Wereldoorlog]] veranderde het karakter van de plaats. Het slot, tot dan toe de zomerresidentie van de hertogelijke familie, werd in [[1949]] onteigend en tot Ingenieurschool voor Bosbouw verbouwd. De toeristische structuren werden niet verder ontwikkeld, de (zware) industrie kreeg voorrang. Na de opheffing van de [[Duitse Democratische Republiek|DDR]] kon het toerisme weer aan belang winnen, wat tot uitdrukking kwam in de renovatie van het hertogelijk slot en de opening hiervan voor het publiek.
|