Trombocytopenie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 20:
** door reacties op medicijnen:
*** veel gangbare middelen veroorzaken soms trombocytopenie. [[valproïnezuur|Valproaat]] en [[chemotherapeuticum|chemotherapeutica]] doen dat soms in een dosis-afhankelijke mate door beenmergonderdrukking; andere geneesmiddelen veroorzaken soms trombocytopenie door immunologische mechanismen. Hierin zijn ook weer twee typen te onderscheiden:
**** het Fab deel van de [[antistof]] wordt aan plaatsje gebonden onder invloed van het geneesmiddel;, waardoor deze worden vernietigd. Het Fc-deel van het antilichaam is nierbijhierbij niet betrokken. voorbeeld: [[kinidine]]middelen.
**** Het Fab-deel van een antilichaam bindt aan plaatjesfactor 4 (PF4). Bij aanwezigheid van [[heparine]] of andere geneesmiddelen bindt het Fc deel zich aan receptors op de bloedplaatjes waardoor de plaatjes geactiveerd worden.