Grammaticalisatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
 
==Voorbeelden==
===Hulpwerkwoorden===
In veel [[Indo-Europese talen]] hebben [[hulpwerkwoord]]en hebben door grammaticalisatie een veel bredere betekenis gekregen dan ze in eerste instantie hadden.
 
In het [[Gotisch (taal)|Gotisch]] bezaten vele [[werkwoord]]en geen [[synthetische taal|synthetische]] [[verleden tijd]].
*soki-dedun (Gotisch: ''zoek-deden'')
Regel 16 ⟶ 19:
Dit wijst op een betekenisdiversifiëring; ''going to'' is niet langer gebonden aan een ruimtelijke beweging, hetgeen in vroegere stadia wel nog een vereiste was. Dit fenomeen wordt ''verbleking'' ('bleaching') genoemd.
 
DeMet meestede [[hulpwerkwoordNederlands]]en hebben op deze manier door grammaticalisatie een veel bredere betekenis gekregen dan ze in eerste instantie hadden. Met dee werkwoorden ''kunnen'' en ''zullen'' (dat oorspronkelijk specifiek "verschuldigd zijn" betekende, zoals ook de verwante Gotische vorm ''skulan'') is ditde betekenisuitbreiding met grammaticalisatie als gevolg al voor het jaar 1000 gebeurdopgetreden. Het hulpwerkwoord ''gaan'' had in de [[Middeleeuwen]] nog uitsluitend de betekenis "zich verplaatsen"; enkele eeuwen later kon er ook de [[toekomende tijd]] mee worden uitgedrukt, waarmee dit werkwoord dus een echte grammaticale functie had gekregen.<ref>Joop van der Horst (2013)'' Taal op drift; lange-termijnontwikkelingen in taal en samenleving'', p. 97</ref>
 
In [[Romaanse talen]] heeft de vorming van de [[voltooide tijd]] zich ontwikkeld uit een [[Latijn]]se constructie met het werkwoord ''habere'', waarvan de letterlijke betekenis "iets of iemand in een bepaalde toestand bezitten" was, bijv,. ''Eam habeo visam'', wat kan worden vertaald als "Ik heb haar gezien", terwijl het heel letterlijk betekent: "Ik bezit haar in geziene toestand." Gaandeweg verschoof de betekenis van ''habere'' in dit soort constructies dermate dat het werkwoord uitsluitend de verleden tijd markeerde, waardoor het er dus een grammaticale functie bij had gekregen.<ref>John McWhorter (2003), The Power of Babel: A Natural History of Language, p. 29-30.</ref>
== Deontisch vs. epistemisch==
Andere vormen van grammaticalisering zijn de [[versteende taalvorm|verstening]] van geijkte uitdrukkingen en de verschuiving van een [[deontische modaliteit|deontische]] naar een [[epistemiciteit|epistemische]] betekenis, eventueel uitmondend in een zuiver [[pragmatiek (taalkunde)|pragmatisch]] hulpmiddel.